Petrol head Jasper Steffens (54) heeft een garage om van te watertanden. Niet alleen is het er indrukwekkend klinisch en steriel, de stalling herbergt bovendien drie non plus ultra-sportwagens van Nederlandse bodem. Een portret van een man die zó veel van Donkervoort weet dat je er haast van begint te duizelen. “Oude troep mooi maken is het lekkerste in het leven.”

Nog niet eerder was het zo gemakkelijk geweest om deze rubriek van twee pagina’s uit te breiden naar zes. Of acht. Of tien. Steffens kiest zijn woorden zorgvuldig, haakt anekdote aan anekdote en pocht niet met zijn kennis, maar ventileert deze wel. Gelardeerd met smakelijke woordkeuzes en klinkende beeldspraken. De Soestenaar trapt het gesprek aan de keukentafel gelijk treffend af: “Een bijzondere auto is een cadeautje dat je jezelf gunt op een speciaal moment. Ik zie mijn Donkervoorts als extreem lekkere bonbonnetjes, verpakt in een klein zwartfluwelen doosje. Zodra het goed voelt dan mag ik dat speciale momentje eventjes beleven. Zo zie ik het al sinds mijn eerste Donkervoort in 2002. Ik werkte bij Olyslager en Igor Schlebaum, die bij Joop Donkervoort had gewerkt, bracht Donkervoort in mijn leven. Hij zette mij aan om meer over het merk te lezen. Vroeger vloog ik op hoog niveau met modelbouwhelikopters en dat is een vrij solitair gebeuren, ik kon het niet delen met mijn partner.”

Joop-ballotagecommissie

“Toen ik op een advertentie stuitte van een witte Donkervoort S8 in Old English Racing White, één van de laatste bouwpakketten in Nederland, ging ik voor de bijl. Het spruitstuk van die auto was nog ingebakken in de oven bij Joop Donkervoort thuis. Overigens was dat dezelfde oven waarin zijn vrouw Marianne ’s avonds de lasagne klaarmaakte! Weet je, Joop wil geen Donkervoort-rijders, hij wil Donkervoort-ambassadeurs. Als je een auto wilt zul je dus eerst door de Joop-ballotagecommissie heen moeten. Zo geschiedde.”

Zijn eerste rit in een Donkervoort vergeet hij nooit meer. “Alles trilde en vibreerde, je wilt het niet weten. Ik dacht nog: Waar ben ik aan begonnen? Maar goed, dan komt dat perfectionisme in mij naar boven en wordt de auto volledig op de kop gezet om te kunnen duiden waar die ongemakken vandaan komen. Nou goed, het virus zat toen al aardig in mij verankerd. Ik was inmiddels lid van de Donkervoort Club en reed ritten met mijn partner. Ben je eenmaal clublid, dan kom je terecht in een scene met allemaal autogekken die praten over boutjes en moertjes en voordat je het weet zit je er tot aan je oksels in.”

Binnen kantooruren

“Ik ben directeur/eigenaar van ThunderMinds, een uniek bureau waar de combinatie samenkomt van innovatie en executive search, zowel binnen als buiten de automotive. Ik zeg wel eens: ik ben leverancier van dwarsdenkers, mensen die de maatschappij en ondernemingen vooruit helpen.”

Uitbreken-opvangen

In 2003 werd de eerste nieuwe Donkervoort afgeleverd waar hij bijna zes jaar in heeft gereden. Het betrof een D8 in Jaguar Racing Green die was terug getuned van 180 naar 150 pk. “Dat was wel genoeg volgens mijn vriendin. Maar goed, het lastige met een Donkervoort is dat het gedurende een seizoen niet hard genoeg meer kan. Dus ben ik de auto gaan modificeren en uiteindelijk zat het vermogen op 270 pk. Maar ook dat verveelt.”

Met deze auto is Steffens ‘s nachts op de A67 bij Hunxe gecrasht nadat er in Duitsland andere dempers waren gemonteeerd. “Niet goed gemonteerd. Er schoot een veerschotel los en de auto is vol links tegen de vangrail aan geklapt. De voor- en achterkant waren bijna weg en ik kon alleen op de startmotor hortend en stotend naar de kant komen. Een vrachtwagen mistte mij op een haar, ik heb onwijs veel geluk gehad die nacht.”

‘Donkervoort-rijden is motorrijden met vier wielen. Je moet extreem goed vooruitkijken en anticiperen’

Een Donkervoort is een heel erg veilige auto: “De constructie is enorm stijf en sterk; het chassis is kopergelast, weegt slechts 40 kilo en kan enorm veel impact hebben. De laatste Donkervoort, de GTO, heeft deurtjes van nog geen 900 gram per stuk en kunnen het gehele wagengewicht aan impact hebben. Lang verhaal kort: binnen twee dagen kocht ik een andere Donkervoort. Als je hond doodgaat, moet je ook meteen naar de boer om een nieuwe te kopen.”

Steffens heeft gelijk bij Maaskant een dag geboekt om de negatieve effecten van dat ongeluk uit het hoofd te krijgen. Dus: op hoge snelheid op de RDW-baan in gladheid uitbreken-opvangen, uitbreken-opvangen. “Tot het asfalt in mijn oren zat en de instructeur had de drukkertjes in zijn ellebogen staan. Ik moest het moment herbeleven waar het fout ging om te proberen het zodoende alsnog in mijn hoofd te corrigeren. Anders durf je nooit meer in een Donkervoort te rijden. Het heeft gewerkt.”

Luchtmachtmuseum

“Donkervoort-rijden is motorrijden met vier wielen. Je moet extreem goed vooruitkijken en anticiperen. Je staat in alles áán. Daarna ben je vreselijk moe en alles tintelt in je lijf. Kopje koffie, stoeltje en lekker kijken naar die auto’s. En geuren opsnuiven. Het mooiste is om even te wachten tot alle luchten van de auto de garage gevuld hebben, dit geldt vooral voor de auto’s uit de Ford-periode. Die ruiken naar een oud Engels luchtmachtmuseum. De geur van de distributieriem, de olie en de smeltende Toyo’s. Gelukkiger kun je mij niet maken.”

Leden van de Donkervoort-club komen met enige regelmaat bij Steffens om te sleutelen. “Ik vind het mooi om mensen met twee linkerhanden twee rechterhanden te gunnen. Iets nieuws leren is een enorme geestelijke uitdaging en dat brengt mensen verder. Ik haal er zelf ook voldoening uit. Ik heb 300 uur gestopt in het opknappen van mijn Donkervoort S8A, de auto met de lange schermen. Die auto is als nieuw. Als je voor je werk de hele dag in je hoofd zit is de zondag een ultiem zen-moment. Even geen gedoe aan je kop, dat zijn heerlijke momenten. Oude troep mooi maken is het lekkerste in het leven.”

Oral B-tandenborstel

“In mijn optiek bezit je een Donkervoort niet, je mag ‘m koesteren en bewaren voor het nageslacht. Je mag er goed voor zorgen. Waar ik heel trots op ben is dat binnenkort wordt aangekondigd dat Donkervoort hoogstwaarschijnlijk verklaard wordt tot nationaal rijdend cultuurerfgoed. Dat heb ik samen met Bert Pronk, adjunct-voorzitter van de FEHAC, voor elkaar gekregen. Toch wel heel fijn dat wij straks gewoon Donkervoort kunnen blijven rijden als iedereen zich verplaatst in een autonoom rijdende Oral B-tandenborstel. De fetisj van een Donkervoort is immers het pure sturen, de directheid en die onwerkelijke tussenacceleraties. Voor mij is een deel van de Donkervoort-liefhebberij om veel van het merk te weten en om dat te kunnen uitdragen. Wat dat aangaat heb ik eindeloos veel bewondering voor Donkervoort. Ik vind het fantastisch dat je door volharding en tot het naadje gaan, alles in je leven al 43 jaar opgeeft om de ultieme sportauto te kunnen ontwikkelen.”

Kijk voor meer info op www.donkiespeed.nl

Deel dit artikel op

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws
Meest bekeken berichten
Recente Reacties