Terwijl het gemiddelde bedrag per onderhoudsmoment in 2023 is gestegen, zijn die kosten voor elektrische (EV) en plug-in hybride auto’s (PHEV) juist gedaald.

Dat blijkt uit de Aftersales Monitor 2023 van BOVAG en RAI Vereniging. Het gemiddelde bedrag per onderhoudsmoment bedroeg in 2023 al 334 euro. Een jaar eerder was dat nog 319 euro. Per auto werd in 2023 over een heel jaar gemiddeld 701 euro aan reparatie en onderhoud uitgegeven. Dat was 641 euro een jaar daarvoor.

Bij EV’s daalde het gemiddelde onderhoudsbedrag juist, van 292 euro naar 263 euro, en bij PHEV’s van 496 euro naar 472 euro. Ter vergelijking: bij auto’s met een verbrandingsmotor was het gemiddelde onderhoudsbedrag vorig jaar 752 euro, tegen 672 euro een jaar eerder.

Volwassen

De brancheorganisaties verklaren dit doordat de elektrische auto inmiddels een volwassen product is, met minder kinderziektes dan in de eerste jaren van de opkomst van de EV. Daarnaast was er vorig jaar een stevige instroom van nieuwe en jong gebruikte EV’s en PHEV’s. Jonge auto’s hebben nu eenmaal een lagere onderhoudsbehoefte dan auto’s met wat meer kilometers op de teller.

Onderhoudsmomenten

Het aantal onderhoudsmomenten steeg in 2023 tot 2,1 gemiddeld per auto, tegen 1,69 in 2021. Dit verklaren de organisaties door het groeiende en verouderende wagenpark. Ten opzichte van 2015 is het wagenpark in 2023 gegroeid met 1,1 miljoen auto’s (+13 procent) tot ruim 9,4 miljoen. Daar komt bij dat de gemiddelde leeftijd van het rijdend wagenpark in Nederland inmiddels 11,7 jaar is. Auto’s die in Nederland gesloopt worden, zijn bijna 20 jaar oud.