Burgemeester en wethouders van Utrecht mochten wel degelijk een milieuzone instellen in de Utrechtse binnenstad. Dat heeft de Raad van State vandaag in een uitspraak bepaald. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
Het verkeersbesluit om dieselauto’s van voor 2001 uit het centrum van Utrecht te weren werd aangevochten door de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club (KNAC) en de Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht (SSLU). Zij betoogden dat de milieuzone juist een negatief effect had op de luchtkwaliteit in de stad, onder meer omdat auto’s gingen omrijden, waardoor het aantal knelpunten toenam.
De Raad van State heeft nu geoordeeld dat de “absolute noodzaak van een verkeersbesluit niet hoeft te worden aangetoond”. Wel heeft de gemeente de verschillende belangen goed afgewogen, aldus de uitspraak. Dat het effect van het besluit mogelijk marginaal is, doet daarbij niet ter zake.