Nederlandse autobezitters denken steeds meer na over hun mobiliteit en laten de auto ook vaker staan voor de (elektrische) fiets. Steeds meer Nederlanders zouden bij een volgende aankoop voor een elektrische of hybride auto kiezen. Dat blijkt uit een enquête bij duizend Nederlandse autobezitters, uitgevoerd door Ivox in opdracht van Bosch.
“De tijd lijkt rijp voor echte veranderingen in de mobiliteitswereld. De resultaten van dit Bosch-onderzoek onderstrepen dit. Vanuit de technologie kan steeds meer: intelligente transportsystemen bieden veel kansen om ons mobiliteitssysteem duurzamer, veiliger, comfortabeler en efficiënter te maken. Maar de gebruiker moet volgen”, concludeert Gert Blom, Strategisch adviseur mobiliteit, gemeente Helmond en Innovatiemanager mobiliteit, ITS Bureau Brabant Stad op basis van de resultaten van het onderzoek dat voor de vierde maal werd gehouden.
Bijna zes op de tien respondenten (58 procent) gelooft dat de elektrische auto op termijn de benzine- en dieselauto’s zal vervangen. Eén op drie (32 procent) denkt dat we binnen tien jaar allemaal elektrisch zullen rijden, maar de meerderheid (67 procent) denkt dat pas binnen 20 tot 30 jaar meer elektrische auto’s dan benzine- of dieselauto’s zullen rijden. Daarnaast gaat ook meer dan vier op tien Nederlanders (44 procent) akkoord met de stelling dat elektrisch rijden nooit echt zal doorbreken. Opvallend is dat met name de jongere generatie (40 procent) het vaker met deze stelling eens is.
Verbetering luchtkwaliteit
Negen op de tien autobezitters beschikt naast de auto over minstens één ander vervoersmiddel. Voor twee op drie autobezitters is de auto het meest gebruikte vervoersmiddel. Eén op vier zegt de klassieke fiets het vaakst te gebruiken en vijf procent grijpt het vaakst naar de elektrische fiets. Met name de 50-plussers (negen procent) geven aan de elektrische fiets het vaakst te gebruiken.
De helft van de bevraagde automobilisten zegt de auto hoofdzakelijk te gebruiken in de vrije tijd, drie op tien gebruikt de auto hoofdzakelijk voor het werk.
Ongeveer de helft van de respondenten (47 procent) noemt zichzelf een voorstander van lage-emissiezones, waar bepaalde toegangsbeperkingen voor gemotoriseerd verkeer gelden om een verbetering van de luchtkwaliteit te bereiken; tegenover 43 procent in 2013. Mocht in de eigen stad of gemeente een lage-emissiezone worden ingevoerd, dan zou 47 procent van de respondenten de fiets nemen. Eén op vier (28 procent) zou de stad proberen te vermijden en 19 procent zou kiezen voor het openbaar vervoer. Daarnaast zou 9 procent een nieuwe, milieuvriendelijke auto aanschaffen; in 2013 was dat slechts 6 procent.
