Het veelvoud aan regels is een vaak gehoord argument waarom Europa met innovatie achterblijft bij de rest van de wereld. Dat is niet het geval, zo klonk tijdens het Drive Forward evenement van onder andere TNO en RAI Vereniging. De regels zijn hoognodig.
De sprekers volgden elkaar in hoog tempo op tijdens Drive Forward 2025, het evenement over innovatie in de mobiliteit georganiseerd door TNO, RAI Vereniging, Brainport Eindhoven en de Provincie Noord-Brabant. Op de Automotive Campus in Helmond hadden veel partijen iets te vertellen. Ook waren er heel wat innovaties te zien. Veel van deze hebben hun oorsprong in Nederland. Zelfs met alle regels die ons land rijk is, lijkt dit innovaties zeker niet tegen te houden.

Groter
Hoe ziet de toekomst eruit, hoe komen we daar en wat kunnen we nu doen? Drive Forward 2025 draaide om deze drie vragen. Op de eerste dag van het tweedaags evenement ging het over digitalisering. In het licht van recente ontwikkelingen gingen de gesprekken regelmatig over de rol van Nederland en Europa in de wereld. Meer dan ooit moeten Europese bedrijven concurreren met de rest van de wereld. Het is iets waar veel mensen zich zorgen over maken.
‘In China gaat innovatie een stuk sneller. Zij bepalen het tempo.’
Maurice Geraets (NXP)
Sascha Bloemhoff, MD van Automotive Campus, stelt dat de mobiliteitssector zichzelf breder moet zien. “Het is onderdeel van iets veel groters”, vertelt ze op het podium. “Men spreekt vaak over het hele proces van de visie tot aan het voertuig. Maar je moet het zien van de visie tot aan de veranderde samenleving.” Samenwerken met zoveel mogelijk partijen is dan ook het devies en de Automotive Campus wil dit bevorderen.
Tijdens Drive Forward was ook de feestelijke opening van MARQ, het Mobility Applied Research Quarter. In dit gebouw, initiatief van TNO, kan iedereen aan de slag. “Dit is geen klassiek laboratorium”, stelt directeur Mobility bij TNO, Martijn Stamm. “Hier werken bedrijven, onderwijsinstellingen en de overheid samen. MARQ is een innovatiehub, waar het draait om samenwerken, uitwisselen van kennis en leren.”
Te langzaam
Nog voor de confetti van de opening is geland, staan de volgende sprekers alweer op het podium. Samenwerking is nog steeds het centrale thema. Sterker nog, het is belangrijker dan ooit. De recente ontwikkelingen geven globalisering een gevoelige klap. Meer dan ooit is het oosten versus westen versus het verre westen, zo klinkt het. Productie wordt steeds meer regionaal.
Dat wil niet zeggen dat we ons volledig op Europa moeten richten, stelt Maurice Geraets, directeur van NXP Semiconductors. “In China gaat innovatie een stuk sneller. Zij bepalen het tempo”, zo stelt hij. “Als Europa moeten we hierin mee. Dit betekent dat we niet kunnen doorgaan zoals we gewend zijn. Onze traditionele manier van werken is te langzaam.” Om bij te blijven, moet Europa sneller grote slagen kunnen maken, vindt hij. Dit is nu vaak nog lastig.
Ander systeem
Een vaak gehoorde klacht is dat regels in Europa innovatie niet bevorderen. Dit bevestigt ook Joost Vantomme, CEO van mobiliteitsorganisatie ERTICO-ITS Europe. “Al die regels houden ons tegen. We willen met z’n allen wel innovatie maar de overheden maken dit niet makkelijk”, zo stelt hij. Tegelijk waarschuwt hij voor zwart-wit denken. “Dit is echter zoals het hoort. Al die regels zijn nodig voor de veiligheid.”
‘We horen vaak dat Europa achterloopt op China en de Verenigde Staten, maar dat is niet zo’
Maarten Balk (RDW)
Dit onderschrijft ook Maarten Balk, divisiemanager bij RDW. “We horen vaak dat Europa achterloopt op China en de Verenigde Staten, maar dat is niet zo”, zo vertelt hij. “In de Verenigde Staten mag je bijvoorbeeld je innovaties veel eerder testen in het openbaar. Je ziet dat nu volop met autonoom rijdende taxi’s in verschillende steden. Daar kijken ze gewoon wat er gebeurt. In Europa doen wij dat anders: daar staat veiligheid voorop. Het systeem dat wij hier gebruiken, is wezenlijk anders.”
Meer risico
Uiteindelijk leidt dit tot dezelfde uitkomst, stelt Balk. Waar ze in de Verenigde Staten en China veel eerder beginnen met testen, is men lang bezig met het fine-tunen van de innovatie. In Europa voldoet een product al aan de meeste eisen voor in de werkelijke wereld wordt getest. Zeljko Jeftic, Director Autonomous Electric Transports bij Einride is het hier roerend mee eens: “In de Verenigde Staten nemen ze veel meer risico. Dat is een heel andere aanpak. Zodra er een ongeluk gebeurt, gaat het bedrijf meteen kapot.”


“We moeten niet de overheid de schuld geven. Zij zijn onze partners”, stelt Jeftic. “We moeten van elkaar leren. Bij Einride willen we juist niet dat de regels te relaxed zijn. Dan zet je de deur open voor partijen die de kantjes er vanaf lopen en ongelukken maken. Daar heeft vervolgens iedereen nadeel van.” Balk vult aan: “De regels hebben we nodig. We moeten er wel voor waken dat we niet te voorzichtig zijn. We moeten meer ruimte geven aan sand-boxing.”
ViRtuele simulaties
Dit is waar alle partijen duidelijk op één lijn zitten tijdens Drive Forward 2025: er is meer sand-boxing nodig. Een typisch Nederlandse term, zo stelt men: lekker spelen in de zandbak. Op die manier kunnen innovaties op een veilige manier worden getest. Pas als ze volledig veilig zijn en aan alle regels voldoen, kunnen ze naar de markt gebracht worden. Ze hoeven dan echter nog niet perfect te zijn. Dit moet ook duidelijk aan de gebruiker worden uitgelegd. Op die manier zijn ook die aan boord met de nieuwe manier van werken.
Computersimulaties kunnen hierbij een grote rol spelen, vertelt Gilles Gallee, Director Autonomous Vehicle Simulation Solutions bij technologiebedrijf Ansys. Het testen van innovatie in een virtuele omgeving verbetert de ontwikkelsnelheid aanzienlijk. Gallee geeft een voorbeeld over autonoom rijden op level 3. Om dit veilig te krijgen, is het noodzakelijk zo’n 10 miljoen uur te testen. Met echte voertuigen is dit niet te doen: dat duurt veel te lang. In een virtuele omgeving kan zo’n test in een week worden afgerond.
‘Dit is een kritiek moment voor Europa. Het is tijd voor actie.’
Kristof Almásy (EC)
Balk van de RDW ziet dit als een goede ontwikkeling, maar plaatst wel een kanttekening: “Virtueel testen is slechts stap één. Het vervangt niet het testen in de echte wereld. Dit is noodzakelijk om aan alle regels te voldoen. Dat echte testen kan niet korter.” Het virtuele testen levert fabrikanten echter veel gegevens op in relatief korte tijd. Hiermee helpt het een fabrikant om een product beter te maken.
Nieuwe standaard
De sprekers zijn het erover eens dat virtueel testen noodzakelijk is om innovaties sneller op de markt te krijgen. Ook hiervoor zijn echter regels nodig, zoals een certificering voor virtueel testen. Meer regels dus, om alles in goede banen te leiden. De aandacht moet dan wel op de goede plaats liggen. Gelukkig lijkt de Europese Commissie ook hiervan op de hoogte. Dat bevestigt Kristóf Almásy, policy officer van DG Mobility bij de Europese Commissie. Hij zegt: “Dit is een kritiek moment voor Europa. Het is tijd voor actie. Daarom heeft de Europese Commissie in januari het Automotive Action Plan gepresenteerd. Dit plan om de Europese autosector te stimuleren laat meer ruimte voor testen en voor samenwerking.”


Almásy legt uit hoe de Europese Unie dit ziet: “We willen een open markt maar de omstandigheden dwingen ons om zelf dingen te regelen. Concurrentie hebben we natuurlijk nodig, maar bedrijven moeten samenwerken op niet-concurrerende delen. Deze kunnen ze samen ontwikkelen en daarmee de nieuwe standaard bepalen.” Hierbij ontwikkelen bedrijven samen een nieuw platform, waar ze zelf op kunnen differentiëren. Op die manier ontwikkelen ze samen een product, zetten samen een nieuwe standaard en kunnen toch hun eigen stempel erop drukken. “Het is moeilijk om sneller regels te maken”, stelt Almásy. “We kunnen wel sneller reageren door een nieuwe manier van werken. Bedrijven moeten de verandering omarmen.”