Ten opzichte van 2021 zal in 2030 in een gangbaar scenario voor personenauto’s en bestelwagens ongeveer de helft minder diesel en bijna een kwart minder benzine worden getankt.
Dat blijkt uit een nieuw scenario-onderzoek van Bovag. Voor vrachtverkeer wordt rekening gehouden met 18 procent minder diesel. Het onderzoek is uitgevoerd door bureau VMS Insight en gepresenteerd tijdens het Bovag Brandstofdebat op 13 april in Utrecht.
Drie scenario’s
De onderzoekers hebben drie scenario’s uitgewerkt. Die scenario’s focussen op 2025 en 2030 – ten opzichte van 2021 – en houden rekening met alle mogelijke factoren, zoals de verwachte economische ontwikkelingen van het CPB en het effect daarvan op de omvang van het wagenpark en op kilometrages. Die effecten zijn onderzocht voor zowel personenauto’s als vrachtverkeer. Daarbij zijn alle ontwikkelingen rondom elektrisch rijden en andere alternatieve brandstoffen in ogenschouw genomen, alsmede het toegenomen thuiswerken.
Diesel, benzine en elektriciteit
Het meest gangbare scenario voorspelt dat er in 2030 hoogstwaarschijnlijk nog maar 1,3 miljard liter diesel zal worden getankt voor personenauto’s en lichte bedrijfswagens. In 2021 was dat ruim 2,6 miljard liter en dat was al bijna 800 miljoen liter minder dan in 2018, volgens de cijfers van het CBS.
Voor trucks en overige voertuigen wordt rekening gehouden met ongeveer 18 procent minder afzet van diesel in 2030. In 2021 was dat voor die categorie 3,1 miljard liter en dat zakt naar alle waarschijnlijkheid richting 2,5 miljard.
Voor benzineauto’s geldt dat er naar verwachting 22 procent minder liters getankt gaan worden in 2030 dan de ruim 5 miljard in 2021. Tegelijkertijd zal de vraag naar elektriciteit met wel 600 procent toenemen, terwijl de afzet van waterstof in 2030 ten opzichte van 2021 met tienduizenden procenten toe gaat nemen.