Als het universele autobedrijf als automerk wordt uitgedrukt dan bezet het momenteel de achtste positie in de jaarlijkse nieuwverkopen. Van de bijna 439.000 auto’s die in 2009 zijn geregistreerd, pakten de 1.700 universele autobedrijven er 17.950. Dit blijkt uit een marktanalyse die is uitgevoerd door Bovag naar aanleiding van het jaarcongres Bovag Onafhankelijke Autobedrijven No Limits.
Van alle bij Bovag aangesloten universele autobedrijven verkoopt 52 procent nieuwe auto’s aan zijn klanten. Deze 1.700 bedrijven doen dus weliswaar gemiddeld per bedrijf nog geen nieuwe auto per maand, maar daar staat ook een ander businessmodel tegenover.
De 17.950 auto’s staan voor een marktaandeel van 5,4 procent. Wordt de splitsing gemaakt tussen personenauto’s en bedrijfsauto’s dan verandert het beeld. Met een marktaandeel van 4,6 procent bij de personenauto’s zou het universele bedrijf de achtste merkpositie innemen, bij de bedrijfswagens zelfs een derde plek met een marktaandeel van 11,4 procent. Er springen geen merken nadrukkelijk naar voren, daarvoor is het beeld te divers.
De gekozen vergelijking is geen optimale want het autobedrijf is geen automerk. Wie de Bovag Onafhankelijken beschouwt als een keten kan de 17.950 auto’s echter mooi relateren aan die van de dealergroepen in Nederland. Op basis van de Dealer Support Net Dealerholding Top 50 blijkt dat in 2009 – na respectievelijk Stern (20.390) en Dealer Groep Pon (18.517) – een derde positie wordt ingenomen, ruim boven PGA Nederland (Nefkens) dat nog geen elfduizend auto’s registreerde in 2009.
Voorzitter Bertho Eckhardt wil met deze cijfers niet alleen het belang van ‘zijn’ Onafhankelijken onderstrepen voor de markt van nieuwe auto’s maar bovendien de scheiding met het merkgebonden kanaal verkleinen. Deze toenaderingspoging zou ook kunnen terugkomen in de dealercontracten waartoe Eckhardt juridische voorstellen heeft.