Eind september was Circuit Zandvoort voor de derde achtereenvolgende keer in suboptimale omstandigheden het toneel van de EV Experience, een feest voor de liefhebbers van elektrische auto’s en al diegenen die wel geïnteresseerd zijn in elektrisch rijden, maar nog met veel vragen zitten.
Dat is althans het uitgangspunt van de organisatie, waar met name Maarten Pompen achter zit, in het verleden de drijvende kracht achter de AutoRAI en die daar nu als organisator van de EV Experience een vervolg aan geeft. “De bedoeling is dat mensen met een vraag naar binnen komen en met een uitroepteken naar buiten gaan”, aldus Maarten Pompen, die op de eerste dag van het driedaagse evenement de verzamelde pers langs enkele hoogtepunten voert onder de in totaal 43 merken die aanwezig waren.
Primeurs
Zo is daar de volledig elektrische C10, een primeur van de joint venture van Leapmotor en Stellantis, dat naar een volledig elektrisch aanbod toe werkt en ook een van de autofabrikanten is die per se niet willen dat Europa de ban op de verbrandingsmotor over 2035 heen tilt. De D-segmenter met een vanafprijs van 39.000 euro moet de concurrentie aangaan met de Chinese elektrische auto’s.
Dat geldt zeker ook voor de kleinere Dongfeng Box, die voor minder dan 23.000 euro te koop staat en waarvan Dongfeng, met enkele dealers in Nederland, waaronder Gomes, Baan en ASV, hoge verwachtingen heeft. Ten tijde van de EV Experience waren er al honderd verkocht en vierhonderd gereserveerd.
Hyundai heeft met de INSTER eveneens een primeur, een compacte suv die in zijn modulaire opzet vooral een jonge doelgroep moet aanspreken. Prijzen zijn nog niet bekend, maar die zullen allicht iets hoger liggen dan die voor de Dongfeng Box.
Niet één maar drie primeurs had Maxus voor de bezoekers in petto: de eTerron 9, een 4×4 elektrische truck met 3,5 ton trekgewicht, de eDeliver5, een elektrische bestelwagen met 1200 kilogram laadruimte en 1500 kilogram trekgewicht, en zijn 4×4 aangedreven tegenhanger, de eDeliver7AWD.
Aftersales
Maxus kan in Nederland rekenen op enkele bedrijfswagendealers, waaronder Truckland, Nijwa en Van Mossel. Daarnaast kan Maxus zekerheid voor zijn aftersales bieden dankzij een groot magazijn in Waalwijk en een nog groter magazijn in Polen, van waaruit 90 procent van de onderdelen binnen een week leverbaar is.
Nu we het toch over de aftersales hebben: met al die nieuwe Chinese merken is het de vraag waar de berijders van deze auto’s terecht kunnen voor reparatie en onderhoud als ze niet op een dealerbedrijf als Gomes of Van Mossel kunnen terugvallen. De meeste van deze auto’s zijn nog maar net op de markt en bij de Vereniging Elektrische Rijders komen tot nu toe dan ook bijna geen vragen binnen van berijders van een elektrische auto die met dat probleem kampen. Bovendien zijn er diverse garageconcepten voor elektrische voertuigen die universele garages kunnen ondersteunen, zoals het ook op de EV Experience aanwezige NexDrive, het concept van de Alliance Automotive Group Benelux. Accountmanager Peter Reijnders: “We bieden marketing, training én onderdelen voor de universele garages, juist met betrekking tot elektrische voertuigen.” De formule kan nu al op zo’n zestig deelnemende bedrijven in Nederland rekenen.
Werken aan EV’s
Een kennissessie van OOMT ging dieper in op de technische specificaties van de accu en wat er vandaag de dag nodig is om veilig te kunnen werken aan elektrische voertuigen. Bert Broesder, opleidingsadviseur bij Innovam, waarschuwde in zijn presentatie met name voor het ‘even snel’ een elektrische auto onderhanden nemen, “want het is zo’n trouwe klant”, en dan gaat het vooral om de bewustwording dat er echt iets veranderd is: “Het werken aan een elektrische auto kost nu eenmaal meer tijd dan het werken aan een voertuig op benzine of diesel.”
Broesder geeft het voorbeeld van een busmonteur in Portugal die vooraf niet zijn handschoenen had gecontroleerd, met voor hem desastreuze gevolgen. Deze dingen zijn nu eenmaal belangrijk voor wie aan hoogvoltagevoertuigen werkt en kosten tijd.
Voor het werken aan elektrische voertuigen is ook de NEN 9140-norm opgesteld, wetgeving die onlangs is vernieuwd en is toegekend aan de arbowet. Daarin staat onder meer dat onder de achttien jaar niemand mag werken aan elektrische voertuigen. Vervolgens zijn er drie niveaus van werken aan EV’s: de VOP, voldoende opgeleid persoon, de VP, vakbekwaam persoon en de werkverantwoordelijke. Die laatste hoeft niet degene te zijn die daadwerkelijk werkt aan het voertuig, maar is wel degene die bepaalt wat er met het voertuig moet gebeuren en daarvoor moet tekenen. “Zorg dat je je werkplaats op orde hebt. Aan de werkplaats an sich worden geen eisen gesteld, maar je zult wel verschillende gereedschappen moeten hebben zodat medewerkers veilig aan elektrische voertuigen kunnen werken.”
Om aan te kunnen tonen dat een medewerker in staat is veilig te werken aan elektrische voertuigen heeft OOMT, in samenwerking met BOVAG en de vakbonden, een e-certificaat ontwikkeld. Het is een branchecertificaat dat wordt afgegeven bij het voldoende beantwoorden van een lijst van 25 vragen. Het is op zich voldoende om te kunnen aantonen dat je een training (al dan niet met een examen) hebt gevolgd over de NEN9140, maar het e-certificaat geeft de zekerheid dat dit is gebeurd op basis van de afgesproken branchestandaarden.
RAI Vereniging
In de kantlijn van de EV Experience hield RAI Vereniging aan het strand, ook weer speciaal voor de leden van de pers, een bijeenkomst, met toespraken van voorzitter Frits van Bruggen en de sectievoorzitter Personenauto’s en Lichte Bedrijfswagens, Huub Dubbelman. Uiteraard ging het daarbij om de onvoorspelbaarheid van het regeringsbeleid en dat het recordbedrag dat straks wordt opgehaald aan autobelastingen nauwelijks wordt besteed aan bereikbaarheid van mobiliteit, of verduurzaming van het wagenpark. Frits van Bruggen: “Wees duidelijk: wat kan wel en wat kan niet. Daar ligt voor RAI Vereniging een enorme uitdaging. Je weet dat je met een nieuw kabinet met nieuw beleid geconfronteerd kunt worden, maar dat is nog geen reden om dan maar achterover te gaan leunen. En over verkeersveiligheid staat al helemaal niets in het hoofdlijnenakkoord en dat is heel erg zorgelijk.”
