In het eerste kwartaal van 2020 is het marktaandeel van elektrische personenwagens in de EU gestegen naar 6,8%. Dat is een sterke groei ten opzichte van de 2,5% in Q1 van vorig jaar, meldt fabrikantenkoepel Acea.
Het contrast met de klassieke aandrijfvormen is groot. Het percentage dieselregistraties kelderde met 32,6% naar 738.392 exemplaren in de eerste drie maanden. Daarmee heeft deze brandstof nu 29,9% marktaandeel (2019: 33,2%). In de vier grootste afzetmarkten Italië (-49,8%), Frankrijk (-36,6%), Spanje (-33,8%) en Duitsland (-23,0%) was sprake van een kaalslag.
Dubbele cijfers
Mede door de in maart gesloten dealervestigingen raakte ook de afzet van benzineauto’s in de rode cijfers. De verkopen krompen met 32,2%, oftewel van bijna twee miljoen stuks vorig jaar naar1,3 miljoen nu. Met uitzondering van Cyprus en Litouwen kregen alle EU-markten een vraaguitval van dubbele cijfers voor de kiezen.
Oplaadbare elektrische voertuigen (ECV) profiteerden van de teloorgang bij de fossiele brandstoffen. De verkopen verdubbelden in de eerste drie maanden, goed voor een totaal van 167.132 auto’s. Zowel batterij-elektrisch als plug-in hybrid (PHEV) groeide sterk, met respectievelijk 68,4% en 161,7%. Hybride elektrische voertuigen bleven de best-sellers van het segment alternatieve aandrijving, goed voor intussen 9,4% van de totale EU-automarkt: 232.525 stuks werden in het eerste kwartaal geregistreerd, wat neerkomt op 45,1% meer dan dezelfde periode in 2019.
Alternatieve brandstofen
Een gemengd beeld valt te zien bij voertuigen op alternatieve brandstoffen. De vraag naar CNG groeide met 68,5%, maar LPG zag juist een halvering – vooral te wijten aan ontwikkelingen op de Italiaanse afzetmarkt. De groei bij CNG kon de terugval bij LPG niet compenseren: als geheel resulteerde Q1 in een krimp van 30,4%.