In tien jaar verandert er veel, ook al lijkt dat soms niet zo, want veranderingen vinden vaak onderhuids plaats. Een sector in onze autobranche die in die periode wél compleet op zijn kop is komen te staan, is de onderdelendistributie.
“No man is an island, Entire of itself“, schreef de Engelse dichter John Donne in 1624. En zo is de Nederlandse aftermarket geen op zichzelf staande markt voor onderdelen, uren, diensten en data, maar onderdeel van een Europees speelveld. Waar de sleutelspelers sinds 2011 vooral uit de VS komen. In 2016 voegde zich daar een machtige Fransman (PSA-Distrigo) bij. Het speelveld van de onderdelendistributie uit 2010 is in 2020 dan ook bijna niet meer te herkennen. Internationale schaalvergroting en nationale consolidatie zijn de belangrijkste drivers geweest. De door LKQ (Fource), GPC-Napa (AAG/Brezan) en Bain Capital (PHE/Doyen/Geevers) gestuurde Europese schaalvergroting is overigens nog niet ten einde, al lijkt het momenteel rustig aan het overnamefront. Dit jaar zal vooral gebruikt worden om de overgenomen ondernemingen verder te stroomlijnen en om culturen te verenigen. Maar reken er op dat de boodschappenlijstjes al zijn geschreven! Nieuwe acquisities zijn aanstaande, nationaal en internationaal.
Rimpelingen
Tien jaar geleden leek er nog geen zicht op de hiervoor genoemde veranderingen en gingen de meeste van de toen nog ongeveer achthonderd automaterialengrossiers in ons land iedere avond rustig slapen. De financiële crisis liep op zijn einde en men droomde van een fantastisch aanstaand winterbandenseizoen. Weliswaar had de investeringsgroep H2Equity in 2009 Sator van het noodlijdende Kroymans-concern overgenomen, maar dat had niet tot veel rimpelingen in de sector geleid.
Toen in oktober 2011 het Amerikaanse LKQ aan de overzijde van Het Kanaal de Britse grossiersgroep European Car Parts (ECP) overnam, bleef LKQ in ons land nog steeds een grote onbekende. In april 2013 leerde de Nederlandse autobranche en meer specifiek de automaterialengrossiers LKQ pas goed kennen, toen de uit Chicago afkomstige Amerikanen het Schiedamse Sator overnamen van H2Equity. Op het 2e Nationaal Aftersalescongres in december 2013, georganiseerd door Aftersales Magazine, werd een Brits filmpje getoond waarin de overname- en groeistrategie van LKQ-ECP in het Verenigd Koninkrijk uiteen werd gezet, met een knipoog naar de Benelux. “Dat gaat in ons land niet gebeuren”, reageerden bijna alle aanwezige onderdelendistributeurs, maar de onderdelenfabrikanten in de zaal waren daar absoluut niet gerust op.
LKQ
Het kwam desondanks voor velen dan ook als een volslagen verrassing toen LKQ-Sator een paar maanden later, in april 2014, de eerste vijf grote Nederlandse grossiers overnam (Rijsbergen, Heuts, Slager, VEAM en Primaparts). Niet lang daarna volgden vele andere grossiers. LKQ-Sator wilde de keten verkorten om zodoende meer grip op de markt te kunnen krijgen. Meer marktmacht om autonoom te kunnen groeien en schaalvoordelen te behalen bij de inkoop. Niet onbelangrijk daarbij was de sturende en ondersteunende rol die LKQ-Sator vervulde met betrekking tot een sterk portfolio aan werkplaatsconcepten, met Bosch Car Service, Autocrew, Vakgarage, James en Autofirst. Behalve in Nederland en België breidde LKQ zijn Europese voetprint verder uit door overnames in Zweden (een strategisch aandeel in Mekonomen), Duitsland (Stahlgruber), Italië (Rhiag) en in enkele Oost-Europese landen (Auto Kelly).
Bain Capital
Al snel bleek dat LKQ – door de overname van ECP in Groot-Brittannië partner van het internationale inkoopverband ATR – niet de enige Amerikaanse onderdelendistributeur was die expansie in Europa beoogde. In 2016 kocht het Franse Autodis als onderdeel van de Amerikaanse investeringsgroep Bain Capital de Belgische Doyen-groep, die vanuit Den Bosch en een tweetal distributiecentra ook in ons land actief is. In 2018 nam Doyen bovendien het in schadedelen gespecialiseerde Geevers uit Veldhoven over. Zo ontstond een sterk Frans-Benelux conglomeraat. Ook werd de bekende webshop Oscaro overgenomen. Inmiddels is Autodis (de Franse partner van Auto Distribution International) omgedoopt tot Parts Holding Europe (PHE) en heeft het plannen aangekondigd om via Doyen in ons land verder te groeien. Het is nog onduidelijk hoe, maar het opnieuw leven inblazen van een ‘vernieuwd’ AD-netwerk is daarbij een optie. Al eerder werd aangekondigd dat er een grossiers- en werkplaatsconcept onder AD-vlag gaan komen. De grossiers uit het voormalige AD-netwerk in ons land, zijn nog steeds zelfstandig actief, maar hebben nu een inkooprelatie met Group Auto International. Doyen Auto Nederland heeft echter nu de handen vrij om in ons land AD weer op te bouwen. Of daar ruimte voor is, moet blijken natuurlijk.
Alliance Automotive Group
Partspoint Group uit Ede had door de overname van enkele relatief grote AD-grossiers – TC en Staadegaard – een belangrijke stem binnen AD Nederland en was daardoor lid van het ADI-netwerk geworden. Partspoint Group deed in een later stadium een bod op de aandelen van AD Nederland in Oosterhout. In de tussentijd werden ook vele Brezan-franchisenemers overgenomen. Daarnaast ook USN-Centuri (dat van de KwikFit werd overgenomen) en de Dabeko-groep. Voor Partspoint Group was en is een kortere keten eveneens cruciaal. Nadat Parts Point Group in 2018 min of meer een streep door de activiteiten van de Nederlandse AD-tak zette, werd het werkplaats- en marketingconcept Autovakmeester geïntroduceerd. In de loop van 2018-2019 werden de meeste AD Autobedrijven getransformeerd tot Autovakmeester. Eerder introduceerde Partspoint de concepten Carprof en Kentekenloket.nl. Verder werd de formule Auto Service Totaal dat eerder tot USN-Centuri behoorde geprofessionaliseerd. Daarnaast worden Bosch Car Service en Autocrew actief ondersteund.
De Partspoint Group kreeg in 2019 te maken met een Amerikaans-Franse speler. Het Amerikaanse GPC-Napa was in Europa op overnamepad. In 2017 werd de Franse Alliance Automotive Group (Group Auto International-partner) van de Britse investeerder Blackstone overgenomen. AAG was toen ook al actief in Groot-Brittannië, Italië, Duitsland en Spanje. Al snel werd duidelijk dat GPC-Napa meer wilde. In maart 2019 kocht het via zijn dochter Alliance Automotive Group, de Partspoint Group van Autobinck. De groep is inmiddels omgedoopt tot Alliance Automotive Group Benelux.
PSA
Terwijl iedereen naar de Amerikaanse spelers zat te kijken en speculeerde over wie de volgende overnamekandidaat zou zijn, kwam onverwacht PSA in beeld. In 2016 introduceerde topman Carlos Tavares zijn Push to Pass 2016-2021-strategie. Daarbij staat niet de autoverkoop centraal, maar de aftermarket in brede zin, met zowel de aftersales (werkplaatsactiviteiten inclusief het werkplaatsconcept Eurorepar Car Service), de onderdelendistributie (OE en IAM), alsook een breed aanbod diensten. Belangrijk onderdeel van de aftermarketstrategie is het distributiemodel Distrigo, dat in heel Europa een nieuwe invulling geeft aan distributie van de combinatie merkgebonden én IAM-onderdelen. Het universele garagenetwerk Eurorepar Car Service dient ter ondersteuning van de universele garages en wat de OE-delen betreft gaat het inmiddels al om de merken Peugeot, Citroën, DS, Opel en straks ook om de merken uit het recent overgenomen Fiat Chrysler Automobiles.
Bij de wereldwijde uitrol van de Push to Pass-strategie zijn er in de diverse landen trouwens wel wat verschillen te zien. In ons land verloopt de onderdelendistributie van OE-delen naar de dealernetwerken en enkele schadeketens inmiddels naar wens. Daarnaast wordt er in een rap tempo gebouwd aan een netwerk van Eurorepar Car Service-garages. De verkoop van IAM-delen is weliswaar gestart, maar vergt een wat langere adem. Hoe dan ook, PSA-Distrigo is een factor van betekenis geworden binnen de Europese en Nederlandse onderdelendistributie.
Samenwerking
Te midden van dit internationale geweld zijn er ook enkele nationale samenwerkingsverbanden actief die zeker niet onvermeld mogen blijven. Met name binnen Vrooam (Full Fource netwerkpartner) en Group Auto Nederland, hebben een aantal grote en middelgrote automaterialengrossiers hun krachten gebundeld. Hun positie is de afgelopen tien jaar versterkt en ze varen een redelijk onafhankelijke koers, ook al hebben beide een bepaalde inkooprelatie met Fource.
Daarnaast zijn Motorparts en het eerder genoemde Doyen Auto Nederland relatief gezien belangrijke partners en is er nog WM Automaterialen, dat een volle dochter is van de Duitse mega-grossiersgroep Wessels+Müller/Trost. Die laatste is nog steeds onafhankelijk. In Nederland heeft WM Automaterialen een hoofdkantoor in Utrecht, waar ook een nieuw distributiecenter in gebruik werd genomen, naast vier andere vestigingen. Omdat WM tot nu toe haar expansie niet middels overnames doet, maar autonoom wil groeien, is de voetprint van WM in verhouding tot de andere spelers in de markt nog relatief klein.
De volgende 10 jaar
Inmiddels hebben Fource en AAG Benelux samen ruim 70 procent van de onafhankelijke onderdelendistributie in handen. De overige 30 procent wordt dus verdeeld onder distributeurs als Doyen Auto Nederland, WM, Motorparts, Molco, maar ook marktpartijen als EPS en 4Motive, die soms als tweede dan wel derde back up-leverancier hun onderdelenlijnen distribueren. Daarnaast beleveren zij als eerste leverancier de laatste ongeveer 100-130 veelal kleinere onafhankelijke grossiers die nog over zijn. Daarvan wordt algemeen verwacht dat die groep nog wel kleiner zal worden. En ondanks die trend zie je dat de afgelopen 2-3 jaar Poolse distributeurs de Nederlandse aftermarket in het vizier hebben. Waarbij het vooral hun prijzenbeleid is dat voor de langere termijn zorgen baart. Een aanname is, dat Alliance Automotive Group Benelux en Fource dit jaar zullen ‘strijden’, in ieder geval nadrukkelijk hun best zullen doen, om een deel van het ‘overgebleven’ marktaandeel te veroveren. Slotsom is dat door alle overnames en de daarop in gang gezette consolidatie van de netwerken het aantal grossiersdaken in ons land de afgelopen tien jaar meer dan gehalveerd is. Aangenomen wordt, dat er daar de komende drie, vier jaar nog minimaal vijftig van af zullen gaan.