Wel een McLaren 570S op naam, maar geen rijbewijs. Met acht procent zicht is Henk Voskuilen namelijk nagenoeg blind, maar dat weerhield de ondernemer er niet van optimaal van zijn aanwinst te genieten. “Ik geniet anders, heel zintuigelijk. En ik rijd ‘m zelf altijd in en uit de garage, dat zijn mijn genietmomentjes.”
Henk Voskuilen werd geboren met een ooghandicap waardoor hij als kind naar plekken ging waar aangepast onderwijs werd gegeven aan blinden en slechtzienden. “Leren was nooit echt mijn ding”, vertelt Henk. “Werken met de handen wel, dus dat ben ik gaan doen. De LTS bleek voor mij de juiste keuze, alleen bakker of bankwerker, dat wilde ik niet worden. Automonteur was mijn droombaan. Maar, hoe ga je dat voor elkaar krijgen met mijn handicap? Destijds was mijn gezichtsvermogen nog zestien procent. Dat is meer dan nu, maar ik ging er minder goed mee om.”

Wajong-uitkering
“Van kinds af aan was ik al een autojongen. Na de LTS kwam ik nergens aan de bak, niemand durfde mij in dienst te nemen. Tot mijn vader, eigenaar van een kleine timmerfabriek in Hoogland, me meenam naar de garage van zijn oude schoolvriend. Deze meneer Krijnen vroeg mijn vader wat ik kon. ‘Hij kan niets, maar hij kost ook niets.’ Dit klinkt misschien hard in jouw oren, maar zo bedoelde mijn vader het beslist niet. Dat gaf ook niet, want op mijn 17de werkte ik mooi in het autobedrijf van meneer Krijnen en mocht ik doen wat ik het allerliefst wilde. Ik ben er nog altijd dankbaar voor, want dáár heb ik het vak van monteur geleerd.”


Aanvankelijk deed hij de simpele dingen: een beetje schadewerk, spatborden vervangen en regulier onderhoud. “Om een lang verhaal kort te maken, op een goed moment wilde ik daar weg. Ik had een Wajong-uitkering en daar wilde ik vanaf, en dus nam ik ontslag. Mijn vader was ziedend, want waar zou ik nu nog aan de bak komen? Nou, daar had ik zo mijn eigen ideeën over. Ik huurde een schuurtje waar ik wat lokale bekenden hielp met het onderhoud aan hun auto.”
Later werd dit een garage aan huis waar hij meer ruimte had. “En ja, daar ben ik feitelijk Vakgarage Voskuilen begonnen. Aanvankelijk werkte ik er zelfstandig, tot mijn vrouw Ernestine aangaf dat ze erbij wilde komen. Het bedrijf groeide en groeide en uiteindelijk zijn we in 2007 ons huidige pand gaan bouwen en zijn we blijven investeren en uitbreiden.”

Peugeot 204
“Ondertussen was mijn autoliefde natuurlijk nog altijd daar. We werkten dan wel veel en hard, ik wilde mijn wensdroom maar wat graag verwezenlijken. Het was 2016 toen ik de McLaren 570S op de Autosalon van Genève zag staan. Ik mocht op de stand komen en stond erbovenop; voelend, onderzoekend, genietend. Het was pure perfectie en alles klopte; de uitvoering, de kleur, het interieur, het carbon op alle denkbare plekken. En echt, ik vind beslist niet iedere McLaren even mooi, maar deze 570S doet wat met me. Hij is chic, niet protserig en heeft geen opzichtige spoilers. Ik weet nog dat ik dacht: Als die toch ooit eens de mijne kon zijn.”
‘Gewoon ervaren, voelen, ruiken, die auto over je heen laten komen’
Meteen daarna zei hij tegen zichzelf dat hij even gewoon moest doen en dat het bij dromen zou blijven. “Toch heb ik de auto nooit uit mijn hoofd kunnen bannen. Ik bleef er maar aan denken. Heel wat jaren later werd ik door een vriend getipt om eens naar Louwman Exclusive te gaan. Daar stond namelijk de McLaren 570S van Genève. Niet net zo eentje, maar precies díe auto! Ik was als een kind zo blij. Alleen was er één probleempje. De auto was al verkocht. Toen heeft Louwman alles in het werk gesteld om die koper een andere auto te verkopen zodat ik voor ‘de mijne’ uit Genève kon gaan. Geloof me, die blijdschap van toen is met geen pen te beschrijven. Henk Voskuilen, nauwelijks zicht, geen rijbewijs, maar wel een McLaren op zijn naam. Hoe bedenk je het?! Op zo’n moment word je weer een klein ventje.”

De ondernemer herinnert zich nog dat hij vroeger uren in een Peugeotje 204 kon zitten. “Verder niets, gewoon ervaren, voelen, ruiken, die auto over je heen laten komen. Dat heb ik bij de McLaren ook. Dat gelukzalige gevoel van toen in die 204 komt dan weer helemaal terug. Ik heb in mijn leven nooit gezegd dat ik een auto permanent houd, maar deze gaat nooit meer weg. Ernestine en mijn oudste dochter rijden er hoofdzakelijk mee, ik zit er dan naast.”
Je kunt er volgens hem echt rustig mee rijden: “Een Tesla is veel wilder. De sensatie op de bijrijdersstoel is voor mij hetzelfde, dat maakt me echt niet uit. Ik geniet op die manier tot in het kleinste detail van mijn McLaren. Ik geniet anders, vooral heel zintuigelijk. En dan met name van het geluid. Het is niet too much, het is het geluid van een echte motor in plaats van een uitlaatsysteem, je hóórt hoe de techniek in elkaar zit. Het allermooiste geluid is dat van het terugschakelen als je naar een verkeerslicht toe rijdt. Dat klinkt zó verschrikkelijk mooi, man.”