Vakmanschap staat centraal bij Ron’s Bandencentrale in het Noord-Brabantse Best. Het bedrijf was vorig jaar dan ook een van de drie finalisten bij de Vaco Awards. “We gaan altijd voor het optimale.”
Wie de werkplaats van Ron’s Bandencentrale betreedt, moet goed kijken voordat hij ziet dat hier wel degelijk gewerkt wordt, zo schoon is het er. Wie nog beter kijkt, ziet bovendien behalve state of the art equipment enkele handige hulpmiddelen die Ron Ramaekers zelf heeft aangebracht. Hij wijst op vier houders aan de muur waar de hulpstukken voor de balanceermachine aan hangen. “Dat is niet standaard, he? Zijn gewoon tafelpoten.” Hier heeft iemand hart voor zijn zaak.Verder
Ron’s Bandencentrale staat bekend als een vertrouwd adres voor bandenservice en uitlijnen, maar daar blijft het niet bij. Ron Ramaekers: “We kijken altijd verder dan wat de apparatuur aangeeft. Zit er nog ergens speling op? Is er geen aandrijfhoes kapot? Hoe is het met de vering? Daar heb je wel meer apparatuur voor nodig dan alleen uitlijnapparatuur. Dus we hebben bijvoorbeeld ook een gradenhoekmeter.” Dat perfectionisme vertaalt zich in de manier waarop de klanten van Ron’s Bandencentrale worden benaderd. Ron Ramaekers: “Wij nemen de tijd om een auto te maken. We gaan door, ook als de apparatuur zegt dat we een auto niet af kunnen stellen. Dan blijkt dat er toch nog heel veel mogelijk is. En de klant is er goed mee, want die heeft minder rolweerstand, wat brandstof en banden bespaart.”Vast
Als voorbeeld van de zorgvuldigheid waarmee wielen worden losgedraaid en vastgezet wijdt Ron Ramaekers uit over lichtmetalen velgen. “Je kunt tegenwoordig niet zomaar alles vast rammelen. 70 tot 80 procent van de auto’s heeft lichtmetalen velgen. Als je de binnenkant van de velg, waar hij aansluit op de naaf, niet goed schoonmaakt, of de naaf is niet schoon, en je gaat de velg aandraaien, dan heb je flinke kans dat het wiel losloopt. Wij hebben het gereedschap om zo’n velg goed schoon te maken. We werken met accuslagmoersleutels, niet met luchtdruk, want dan heb je altijd die slang achter je aan. Bij het vastdraaien, draaien we hem ook niet meteen helemaal vast, maar kruislings eerst losjes. Stalen velgen geven mee, lichtmetalen velgen niet en die gaan dan loszitten.”Advies
Met leasemaatschappijen of andere sturende partijen heeft Ron’s Bandencentrale geen afspraken. “Dan moet je vooral volume draaien, maar dat gaat niet samen met kwaliteit leveren. Onze klanten zijn voornamelijk
particulieren en autobedrijven die bij ons het uitlijnen laten doen. Monteren doen ze zelf wel.”
Ron’s zoon Stefan Ramaekers vult aan: “We krijgen ook geregeld uitnodigingen van bandenwebshops die montagepunten zoeken waar klanten met hun banden naartoe kunnen voor montage. Daar beginnen wij niet aan. Het is niet te combineren met de kwaliteit die wij willen leveren. Klanten bestellen dan zelf de banden, maar daarbij kan van alles fout gaan: verkeerde maten, een goedkoop merk.”
Ron Ramaekers: “Het gaat hier niet om het geld, het gaat erom dat de klant goed kan rijden. We kijken naar de auto, hoe oud hij is, hoeveel kilometer een klant rijdt, wat voor rijder het is… De klant waardeert ons advies ook. Er zijn genoeg klanten die niet eens vragen wat het dan kost. Die vertrouwen er gewoon op dat we het goed maken. En ze vertrouwen er ook op dat het normaal is wat het dan kost. Dat is fijn werken. Het goedkoopste van het goedkoopste, dat leveren wij niet. We proberen iedereen te helpen, maar het moet wel kwaliteit hebben. Er komt binnenkort een nieuw banden-monteerapparaat. Zo’n ding kost nieuw ook zo’n 18.500 euro. Als je dan 12,50 euro montagekosten krijgt, moet je daar heel wat bandjes voor draaien… Dat gaat niet.”
“Toch kunnen wij heel goed mee in de markt. Ik heb een paar jaar geleden heel goed gekeken waar wij met ons bedrijf het verschil kunnen maken. Je moet heel goedkoop zijn, of je moet kwaliteit bieden. Ga je daar tussenin zitten, dan is het gewoon heel moeilijk. Dat is eigenlijk in iedere branche. Sinds we die keuze voor kwaliteit hebben gemaakt, hebben we ook steeds weer dingen veranderd om het werk beter te kunnen doen. Daardoor kost het ook minder tijd en dus minder energie. Dat is ook belangrijk, want we willen zo plezierig mogelijk werken, met zo min mogelijk stress. En dus investeren we ook, in apparatuur en in kennis.”