Elektrisch rijden zet door, maar komt onder particuliere automobilisten nog steeds weinig voor. De hoge aanschafwaarde van een elektrisch voertuig (EV) is volgens ANWB de belangrijkste beperkende factor.

Dat constateert de ANWB bij de publicatie van de Elektrisch Rijden Monitor. Daarin onderzoekt de consumentenorganisatie jaarlijks de opkomst van de elektrische auto. Doel is de kosten van elektrisch rijden te kunnen vergelijken met de kosten van rijden op fossiele brandstoffen.

Interesse

Uit het onderzoek blijkt dat 37 procent van de Nederlanders is geïnteresseerd in een elektrische auto. 23 procent is uitgesproken niet geïnteresseerd en 40 procent staat er neutraal in. Zij hebben er bijvoorbeeld nog weinig over nagedacht, of zien dat er zowel voor- al nadelen zitten aan elektrisch rijden. De interesse in elektrisch rijden is niet veranderd ten opzichte van 2017.

Milieu

Dat het beter is voor het milieu is voor veel Nederlanders het grootste voordeel van elektrisch rijden. Dat zien zowel geïnteresseerden (82 procent) als niet geïnteresseerden (47 procent). Wel zijn steeds meer mensen kritisch op dit punt. Zij zien dat de benodigde stroom duurzaam moet worden opgewekt om werkelijk milieuvriendelijk te zijn. Ook maken meer mensen zich zorgen om wat er met de accu’s gebeurt aan het eind van hun leven.

Aanschafwaarde

Het aandeel Nederlanders dat binnen twee jaar een elektrische auto wil aanschaffen is met 1 procentpunt gestegen tot 4 procent, nog steeds een erg kleine groep. Voor het grootste deel van de Nederlanders is de minstens twintigduizend euro voor een elektrische auto te veel. Slechts 14 procent van de Nederlanders is bereid dit bedrag te investeren in een volgende auto. Dit nadeel weegt zwaar voor zowel geïnteresseerden als niet geïnteresseerden. Wel is 44 procent van de geïnteresseerden van mening dat elektrische auto’s voordelig zijn in het gebruik. Bij niet geïnteresseerden leeft deze overtuiging maar bij 16 procent.