Het jaar 2010 spant de kroon als het gaat om het aantal teruggeroepen personenauto’s en lichte bedrijfswagens, 300.333 stuks. In vergelijking met 2009 is dit een stijging van 5,1 procent, ten opzichte van 2008 een ruime verdubbeling. Dit blijkt uit onderzoek van de NOS en cijfers van RDW.
Grofweg is dit jaar in Nederland 1 op de 25 auto’s teruggehaald. Een van de redenen voor de stijging is de complexe elektronica die een auto tegenwoordig bevat en de vele defecten die daarbij ontstaan, maar er worden ook steeds meer eisen gesteld op het gebied van milieu en veiligheid. De concurrentiestrijd zorgt ervoor dat auto’s steeds sneller in de markt worden gezet om de concurrent te vlug af te zijn. Onderdelen zijn hierdoor soms niet uitgebreid genoeg zijn getest, waardoor problemen ontstaan.
Uit de inventarisatie van de NOS blijkt dat nagenoeg alle automerken in ons land dit jaar modellen (preventief) terug hebben gehaald. Dit komt mede door toeleveranciers. Ieder merk maakt gebruikt van onderdelen die extern gefabriceerd worden en vervolgens door toeleveranciers verkocht aan meerdere fabrikanten.
Niet alle terugroepacties van fabrikanten zijn openbaar, omdat zij dit niet hoeven te melden wanneer de veiligheid niet in het geding is. Uit vrees voor imagoschade wordt zo’n actie vaak niet eens door de fabrikant openlijk gemeld. Pon, Renault en Opel geven in een reactie aan de NOS dit openlijk toe.