Hoewel 10 procent van de autobezitters zegt moeite om rond te komen en minstens één betaalbaarheidsprobleem ervaart bij de auto, verwacht slechts 2 procent geen volgende auto aan te schaffen vanwege de kosten. Onder de huishoudens met een inkomen beneden modaal geldt dat voor 5 procent.
Dat blijkt uit de brochure Betaalbare mobiliteit, een publicatie van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). De brochure is gebaseerd op gegevens uit 2023. In dat jaar steeg een auto iets meer in prijs dan de inflatie; dit heeft te maken met de sterke prijsstijging van nieuwe auto’s. Tweedehandsauto’s zijn daarentegen minder in prijs gestegen dan de inflatie.
Elektrische auto
De bereidheid om over te stappen op elektrisch rijden is sterk inkomensafhankelijk. Een derde van de autobezitters in Nederland acht dat financieel niet haalbaar. Opvallend is dat twee derde van deze mensen op dit moment geen betaalbaarheidsproblemen bij het autogebruik ervaart.
Bij de autobezitters met een huishoudinkomen van meer dan twee keer modaal, zegt 51 procent dat de volgende auto een (deels) elektrische auto wordt. Bij de autobezitters met een huishoudinkomen beneden modaal, is dat 17 procent.
Fiets
Bij het kopen van een elektrische fiets spelen inkomensverschillen geen rol. Het rapport noemt als mogelijke verklaring dat mensen in de lagere inkomensgroepen afhankelijker zijn van een goede (elektrische) fiets, als goedkoop alternatief voor de auto.