De Hoge Raad oordeelt dat de wettelijk voorgeschreven wijze van berekening van BPM voor uit het buitenland afkomstige gebruikte auto’s voor een deel in strijd is met artikel 110 van het EU-verdrag. De Hoge raad stelt hiermee een autobedrijf in het gelijk, dat de zaak had aangespannen na het invoeren in 2010 van een auto uit Duitsland.
“Volgens dat verdrag mogen ingevoerde auto’s niet zwaarder worden belast dan soortgelijke auto’s die zich al in Nederland bevinden. Deze berekeningswijze sluit namelijk niet uit dat over een dergelijke auto meer BPM wordt geheven dan de BPM die nog rust op een gelijksoortige gebruikte auto die in Nederland in nieuwe staat is geregistreerd. Het ’teveel’ aan BPM mag niet worden geheven”, zo staat in de vrijdag gepubliceerde uitspraak.
Het autobedrijf krijgt de teveel berekende 5.529 euro aan BPM terug.