Raketten en veren, zo wordt het fenomeen genoemd waarbij brandstofprijzen razendsnel meestijgen met de olieprijzen. Omgekeerd dalen ze niet in hetzelfde tempo, maar als een dwarrelende veer. De Autoriteit Consument & Markt onderzocht de gevolgen voor de consument maar heeft momenteel geen instrumenten om dit soort marktproblemen op te lossen, omdat dit buiten het huidige mededingingstoezicht valt.

Maatregelen die de prijstransparantie vergroten, kunnen het marktprobleem volgens ACM verhelpen zo blijkt uit de publicatie in economenvakblad ESB. Bovendien kunnen de lessen uit de benzinemarkt straks ook worden toegepast op elektrisch laden. De prijstransparantie kan bijvoorbeeld worden vergroot door pomphouders te verplichten om hun benzineprijzen automatisch digitaal te openbaren via een API (digitale koppeling, red).

Vanuit een mededingingsoogpunt beziet de Autoriteit de retailmarkt voor benzine als een nationale markt met elementen van lokale concurrentie. Zo tankt een consument doorgaans bij een pomp die in de nabijheid is op het moment dat de tank weer moet worden gevuld.

Voor de analyse is gebruik gemaakt van data van de gemiddelde dagelijkse benzineprijzen in Nederland afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ook de prijs van een vat ruwe Brent-olie op de Europese markt is gebruikt, verrekend per liter. De benzineprijzen zijn geschoond voor btw en accijnzen. De periode loopt van 2006 tot en met maart 2023.

De asymmetrische prijsdoorwerking kost de consument 2,2 tot 4,8 eurocent per liter in de periode 2007–2023.

Een positieve olieprijsverandering resulteert gedurende deze periode in een snellere aanpassing van de benzineprijs dan een negatieve olieprijsverandering. Na dag zeven is het verschil tussen de twee functies het grootst, waarna het effect afneemt en niet langer significant is. Alle olieprijsveranderingen werken dus door in de consumentenprijs, maar het tempo verschilt.

Een olieprijstoename van één cent is twee dagen later voor 0,20 cent verwerkt in de benzineprijs, waarbij een soortgelijke olieprijsafname dan voor 0,09 cent is verwerkt. Twee dagen na deze toename van één cent zijn de additionele benzinekosten voor de consument dan 0,11 cent (0,20 − 0,09) per liter. Dit verschil bedraagt gedurende de periode van twaalf dagen gemiddeld 0,16 cent per dag. Na acht dagen is het verschil tussen de twee niet langer significant. Olieprijstoenames en -afnames worden op de lange termijn echter evenveel doorgegeven in de benzineprijs.

Deel dit artikel op

Eén reactie

  1. Dit fenomeen is al jaren bekend, maar nu het dan onderbouwd bewezen is, is de vraag wat wordt er aan gedaan ! Wanneer komen consumenten organisaties zoals ANWB, KNAC , Consumentenbond in beweging, Vroeger werd er gestaakt voor een paar dubbeltjes, dit is diefstal op grote schaal. En we doen niets.? Of toch……

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws
Meest bekeken berichten
Recente Reacties