Nederland en België starten begin november een proef met uitwisseling van gegevens om fraude met tellerstanden aan te pakken. In de loop van volgend jaar vindt een evaluatie van de resultaten plaats door de RDW. Terugdraaien veroorzaakt economische schade, brengt eerlijke concurrentie tussen autohandelaren in gevaar en kan negatieve effecten hebben op de veiligheid van weggebruikers.

Een steekproef toonde vorig jaar aan dat van zo’n vijf procent van de voertuigen die uit België in Nederland ingevoerd wordt, de kilometerstand was teruggebracht met gemiddeld 45 duizend kilometer. Van voertuigen die van Nederland naar België gingen was 20 procent van de tellers met gemiddeld 110 duizend kilometer teruggedraaid. Een studie uit 2010 raamt de totale schade in de EU op minstens 5,6 miljard euro per jaar. Eind vorig jaar stelde de website Autoverleden.nl, die de achtergronden van occasions onderzoekt, dat met een derde van alle tweedehands auto’s in Nederland is geknoeid. Ze hebben zware schade gehad of de kilometerstand is teruggedraaid. 

In Nederland registreert de RDW de tellerstanden, in België doet Car-Pass dat. Door voortaan bij import eerdere standen op te vragen en te vergelijken met het actuele afgelezen cijfer is nu ook grensoverschrijdende tellerfraude te signaleren en daarmee tegen te gaan. De uitwisseling van data is uitdrukkelijk bedoeld voor fraudebestrijding, en mag niet voor andere doelstellingen aan derden meegedeeld worden. Minister Schultz: “Voor autobedrijven betekent deze samenwerking dat oneerlijke concurrenten eerder tegen de lamp lopen en dat de economische schade tot een minimum beperkt wordt.”

De samenwerkingsovereenkomst is van Belgische zijde getekend door de Vice-eersteminister Kris Peeters en Minister van Mobiliteit François Bellot.