Onder aanvoering van de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit begint komend najaar een project dat de handel in gestolen auto-onderdelen moet ontmoedigen.
Kern ervan is dat (overheid)partijen die regelmatig toezichthoudend bezoek afleggen, bijvoorbeeld aan schadeherstelbedrijven en demontage-adressen, attenter zijn op signalen van mogelijke onderdelendiefstal. Daarmee kan het probleem beter worden aangepakt, verwacht Stavc-directeur Titus Visser, aangezien aanbod niet zonder vraag kan bestaan. “Ik wil niet stigmatiseren, maar vanuit de praktijk weten we gewoon dat sommige bedrijven de verleiding niet kunnen weerstaan. Als er dan ergens vijf complete, onbeschadigde frontjes van hetzelfde model Volkswagen Polo liggen, is dat raar.”
Onderliggende gedachte is dat bijvoorbeeld milieu-inspecteurs dit soort signalen doorspelen aan partijen rond de opsporing. Over de concrete uitvoering is initiatiefnemer Stavc in overleg met onder meer RDW, politie, ministerie en brancheorganisaties. Visser verwacht over een aantal maanden, waarschijnlijk komend najaar, de benodigde structuur te hebben opgetuigd, waarna de uitvoering kan beginnen. Hij benadrukt dat er geen sprake zal zijn van toezichthouders die specifiek en exclusief worden ingezet om diefstal te traceren. “Het gaat er uitsluitend om dat ze in hun bestaande contacten en bezoeken attenter zijn op dit aspect.”
Overigens krijgt een pilot in Amsterdam-Zuid om auto-inbraken rond het Museumplein te reduceren een landelijk vervolg. De gezamenlijke aanpak van stadsdeel Zuid, politie en Q-park leidde tot 25 procent minder auto-inbraken dan dezelfde periode vorig jaar, zo bleek onlangs.