Op 14 februari jongstleden besloot het Europees Parlement om per 1 januari 2035 nieuwe personen- en bestelauto’s met een verbrandingsmotor (ICE) definitief niet meer toe te laten in de Europese Unie. Er is nog één kleine ontsnappingsroute en dat is het evaluatiejaar 2026.
Nadat eind vorig jaar de EU-milieucommissie – met als drijvende kracht de Nederlandse VVD’er Jan Huitema – het voorstel deed, gaf het Europees parlement er medio februari haar goedkeuring aan. Het parlement nam het voorstel zelfs naadloos over en daarmee is het point of no return voor de EV bereikt, al is het met een krappe meerderheid: 340 stemmen voor, 21 onthoudingen en 279 stemmen tegen. Slechts een krappe 53 procent steunt dus het voorliggende plan. Het is een democratische tweedeling die sommige politici ook binnen de Europese Unie verwachten als het eenmaal 2035 is. Gelukkig voor veel autobedrijven zullen er ook dan nog flink wat auto’s rijden mét een verbrandingsmotor.
Mordicus
Een aantal landen mag in staat worden geacht om de volledige transitie naar EV te maken, met een laadinfrastructuur die op orde is en consumenten, de zakelijke rijders voorop, die de transitie omarmen. Er zijn ook landen, met name in Zuid- en Oost-Europa, die voor een gigantische uitdaging staan. Hun laadinfrastructuur is nog lang niet wat die zijn moet en de betaalbaarheid van EV’s voor de in het algemeen relatief minder bedeelde inwoners is ook een issue, zeker buiten de grote steden. Het is nu aan de lidstaten om ieder voor zich het voorstel te bekrachtigen. Dat ratificeren zal alleen al in Duitsland een groot probleem opleveren, want de autofabrikanten zijn grotendeels mordicus tegen, net als de partijen in de aftermarket en de aftersales.
E-fuels
Alleen nog nieuwe volledig elektrische auto’s in 2035, met als tussenstap 55 procent minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 2021 (Fit for 55). Dat is een technische opgave voor de auto-industrie, maar biedt ook een ontsnappingsroute aan zogeheten e-fuels (brandstoffen die niet worden gemaakt op basis van fossiele olie, maar op basis van hernieuwbare energie), want in 2026 zal er een evaluatie plaatsvinden van de voortgang van de EV-transitie. De sector zal de politiek met onderbouwde argumentaties en de dan geldende actualiteit moeten bewegen om naast EV’s ook e-fuels toe te staan. Auto’s die uitsluitend e-fuels gebruiken dragen ook bij aan een beter leefmilieu, ook al zijn ze goedbeschouwd niet 100 procent emissievrij. E-fuels geven de auto-industrie en -sectoren meer speelruimte om te zijner tijd volledig over te schakelen op EV only.
Daarentegen zijn er ook partijen die juist een versnelling van de EV-transitie nastreven. Er zijn bijvoorbeeld Haagse beleidsmakers die naar Belgisch voorbeeld in 2025 al een 100 procent elektrificatie voor nieuwe leaseauto’s nastreven. Ook zijn er diverse grote ondernemingen en organisaties die in 2030 de zakelijke markt, lees: leasemaatschappijen willen verplichten tot een volledige omschakeling naar batterij-elektrische auto’s en/of waterstof.
Goede nieuws
In de praktijk blijkt dat een deel van de autorijders alleen een EV wil als die voorzien is van een subsidiepakket. Dat geldt voor zowel particuliere als zakelijke rijders. De cijfers over 2022 van de Verenigde Nederlandse Autoleasemaatschappijen VNA bevestigen dat beeld, waarin juist het aandeel EV’s in de nieuwe registraties voor de zakelijke wagenpark is teruggelopen van 27 procent in 2021 naar 25 procent in 2022. Dan zijn er nog de laadpalenlobby, de pleitbezorgers van waterstof en milieuorganisaties die een EV-transitie zonder e-fuels bepleiten.
Er zijn voor de sector twee belangrijke en positieve punten. Ten eerste zal in 2035 nog steeds een aanzienlijk deel van het rijdende wagenpark uit personen- en bestelauto’s met een verbrandingsmotor bestaan. Die zullen ervoor zorgen dat het wagenpark verder veroudert en dus werkplaatsomzet genereert. Ten tweede lijkt het er niet op dat EV’s binnen afzienbare tijd voor het brede publiek betaalbaar worden en juist betaalbare (auto)mobiliteit is cruciaal voor de economische groei van onze huidige maatschappij. Wil je met een flink contingent aan auto’s met een verbrandingsmotor toch bijdragen aan een betere leefomgeving en met name helpen de opwarming van de aarde met 1,5 graad Celsius tegen te gaan, dan is het omarmen van e-fuels eigenlijk een plicht.
2026
Sommige politici stellen dat het accepteren van e-fuels de EV-transitie zal vertragen. Daar zit wel iets in, want wie geen budget heeft voor een EV zal langer door blijven rijden met zijn auto met verbrandingsmotor. Ook al is die schoon, hij vertraagt het realiseren van de afgesproken politieke doelstelling, namelijk de focus op EV only. Het jaar 2026, en eigenlijk gedurende de hele aanloop ernaar toe, zal de branche de belangen van e-fuels moeten ondersteunen, al is het maar om de aftermarket en de aftersales meer tijd en ruimte te geven om de uiteindelijk omschakeling naar EV’s te maken, want die trend is gezien de politieke ambities – zeker in Europa – niet meer terug te draaien.