In de Europese Unie zijn in januari 11,3 procent meer nieuwe personenauto’s geregistreerd dan in januari 2022. Dat komt neer op 760.041 voertuigen.
Dat blijkt uit nieuwe cijfers van koepelorganisatie van autofabrikanten Acea, die daarbij wel opmerkt dat januari 2022 niet bepaald een hoogtepunt vormde in de registratiecijfers.
Drie van de vier belangrijkste autolanden eindigden in januari in de plus: Spanje (+51,4 procent), Italië (+19,0 procent) en Frankrijk (+8,8 procent). Duitsland vormde een uitzondering op de trend, met een min van 2,6 procent. In Nederland eindigde januari op een plus van 6.5 procent.
EV
Groter is de plus voor batterij-elektrische voertuigen, waarvan er in de EU in januari 22,9 procent meer zijn geregistreerd dan in januari 2022. Het marktaandeel steeg daarmee van 8,6 naar 9,5 procent. Opvallend hierbij is dat enkele grote autolanden een min lieten zien bij de registraties van EV’s, waaronder Duitsland (-13,2 procent), Zweden (-18,5 procent) en Italië (-8,7 procent). In Nederland werden in januari 2023 64,9 procent meer EV’s geregistreerd.
Ook hybride elektrische auto’s kenden een vlotte start van 2023, met een plus van 22,1 procent en plussen in alle grote autolanden. Nederland vormde daarop een uitzondering met een min van 8,9 procent.
Die stijging geldt niet voor de plug-in hybride auto’s, die uitkwamen op een min van 9,9 procent. In Nederland bleef dat beperkt tot een min van 0,4 procent.
Diesel en benzine
Benzineauto’s werden er 12,3 procent meer geregistreerd, met een positieve bijdrage van alle grote autolanden. In Nederland kende de registraties van benzineauto’s een plus van 7,8 procent.
Diesel is een moeilijk verhaal, met een Europese afname van 1,6 procent, maar een significante stijging in Italië (+21,4 procent) en Spanje (+19,0 procent). In Duitsland bleef de markt voor diesel min of meer stabiel (-1,2 procent); in Frankrijk werden juist 33,4 procent minder diesels geregistreerd, vergelijkbaar met Nederland (-35,0 procent)