De Europese koepelorganisatie van autofabrikanten Acea doet een dringend beroep op de Europese Commissie om te voorkomen dat er vanaf januari 2024 belastingen worden geheven op elektrische voertuigen die tussen de EU en het VK worden verhandeld.
Acea waarschuwt dat er een tarief van 10 procent zal worden geheven op de export van elektrische voertuigen uit de EU naar Groot-Brittannië, de grootste handelspartner, als de Commissie niets doet. Dit zou de autofabrikanten in de EU de komende drie jaar 4,3 miljard euro kunnen kosten, waardoor de productie van elektrische voertuigen met ongeveer 480.000 eenheden zou kunnen afnemen, wat overeenkomt met de productie van twee autofabrieken van gemiddelde grootte.
De enige manier om deze heffingen te omzeilen is volgens Acea het betrekken van alle batterijonderdelen en een aantal kritische batterijmaterialen in de EU, dan wel de VK. Dit is tegenwoordig praktisch onmogelijk te realiseren.
Concurrentie
“Het opdrijven van de consumentenprijzen van Europese elektrische voertuigen, juist op het moment dat we moeten vechten voor marktaandeel in het licht van de hevige internationale concurrentie, is niet de juiste zet – noch vanuit zakelijk, noch vanuit milieuperspectief”, aldus Luca de Meo, Acea-president en ceo van de Renault-groep. “We zullen feitelijk een deel van de markt aan mondiale fabrikanten overdragen.”
“Europa zou zijn industrie moeten steunen in de transitie naar netto -nulpunt, zoals andere regio’s dat doen – en deze niet moeten belemmeren”, voegde De Meo eraan toe. “Er is een heel eenvoudige en duidelijke oplossing: verleng de huidige infaseringsperiode voor batterijregels met drie jaar. Wij dringen er bij de Commissie op aan om het juiste te doen.”