De vraag naar zero-emissievoertuigen in Europa neemt maar heel langzaam toe. In plaats van autofabrikanten te verplichten deze voertuigen te leveren blijken gerichte, slimme maatregelen de marktpenetratie in de praktijk veel beter te stimuleren.
Dat stelt fabrikantenkoepel Acea naar aanleiding van de registratiecijfers over het eerste halfjaar van 2025. Daarin vertegenwoordigen batterij-elektrische modellen slechts 15 procent van het totaal. Voor bestelwagens ligt dat op 8,5 procent en voor vrachtwagens op 3,5 procent.
Transitie
Net als de particuliere markt is de zakelijke markt traag in de transitie naar zero-emissievoertuigen vanwege de hogere totale eigendomskosten (TCO), onvoldoende infrastructuur in veel Europese landen en een zwakke occasionmarkt, met name door onzekerheid over de restwaardes van EV’s.
Best practices
Acea wijst op de voorlopers in de transitie en trekt daaruit conclusies. Zo is in Noorwegen 90 procent van de nieuwverkopen in de zakelijke markt emissievrij dankzij een slimme mix van belastingvrijstellingen, c.q. -verlagingen voor zowel aankoop als infrastructuur, tolheffing en andere priviliges als parkeren met voorrang en het gebruik van busbanen. In België is de situatie vergelijkbaar. Daar bedroeg het marktaandeel vorig jaar 80 procent.
Slechts 19 EU-landen kennen een fiscaal beleid om de vergroening te stimuleren en Acea raadt dan ook aan om dergelijke maatregelen in alle lidstaten in te voeren en af te zien van verplichte doelstellingen voor de levering van voertuigen.