Rond het jaar 2035 heeft de volledig elektrische auto een marktaandeel van honderd procent op de Europese markt voor nieuwe auto’s. De steeds snellere transitie van motoren op fossiele brandstof naar EV vormt een bedreiging voor de autofabrikanten in Europa. Dat stelt ING Economisch Bureau in het rapport ‘Breakthrough of electric vehicle threatens European car industry’.

Het huidige concurrentievoordeel – toonaangevende kennis en kunde op het gebied van de klassieke benzine- en dieselmotor – verdwijnt volgens de studie komend decennium geleidelijk naar de achtergrond. Ervoor in de plaats komt een aandrijfvorm (elektromotoren en batterijen) die minder mogelijkheden tot technisch onderscheid biedt. Mede daardoor zullen (batterij) leveranciers de ontwikkeling en productie van aandrijflijnen meer naar zich toetrekken. Dit segment is op dit moment grotendeels in handen van Azië (86%); Europa speelt op dit terrein vooralsnog een bescheiden rol (3%).

Automotive Insiders

In de rapportage – waarop medeauteur Max Erich op 20 juni jl. een voorschot nam tijdens het event Elektrisch Vervoer van Automotive Insiders – worden echter ook kansen geschetst. Zo zullen toekomstige elektrische auto’s dankzij betere en goedkopere batterijen zorgen voor steeds lagere autokosten. Diensten als (privé) autolease en autodelen kunnen hierdoor aantrekkelijker worden. Bovendien kunnen Nederlandse toeleveranciers inspelen op de behoefte aan nieuwe technologie bij autofabrikanten. Dé uitdaging voor de Europese auto industrie is uiteindelijk om van een traditioneel businessmodel, waarin waarde wordt behaald uit productie en verkoop van auto’s, te bewegen naar een nieuw businessmodel waarin waarde wordt gegenereerd uit het faciliteren van efficiënt en betaalbaar gebruik van auto’s.

Prijskaartje

Dankzij sterk dalende accuprijzen (van 250 dollar per kWh nu naar 100 dollar in 2025) verwacht ING dat over zeven jaar een elektrische VW Golf hetzelfde prijskaartje heeft als een benzineversie. Daarin zijn de (lagere) exploitatiekosten nog niet eens verdisconteerd. Aan brandstofkosten geeft de Duitse eigenaar van een e-Golf straks jaarlijks vijfhonderd euro minder uit dan zijn buurman met een Golf met brandstofmotor. Over een gemiddelde eigendomsperiode van vijf jaar is dat 2500 euro, nog afgezien van de besparing op onderhoud vanwege de beperkte hoeveelheid onderdelen en minder complexe onderhuidse techniek. Het omslagpunt in tco kan dan ook al in 2024 zijn bereikt, afhankelijk van de per land variërende prijzen voor elektriciteit en belasting. Minder helder is de ontwikkeling van de grootste kostenpost – afschrijving. ING wijst erop dat tot nu toe de huidige generatie voertuigen met een grote actieradius (met name Tesla) gunstige restwaarden hebben. Op de occasionmarkt zullen consumenten er graag een aanschaffen om hun operationele kosten te drukken.

Hybrids, waterstof

In de studie luidt de verwachting dat plug-in hybrids snel van de markt gaan verdwijnen, zodra de volledig elektrische auto competitiever is geworden. De aandrijfcombinatie brandstof-elektrisch maakt het “onmogelijk” om qua kosten concurrerend te zijn. De brandstofcel (waterstof) is evenmin een alternatief: te duur, te complex en onvoldoende c.q. uiterst kostbare tankinfrastructuur. Bovendien vergt de productie van waterstof een hoop energie. Het lijkt er daarom volgens ING op dat waterstof geen oplossing is voor personenwagens, mogelijk wel voor (zwaar) transport.