De festiviteiten rondom de uitreiking van de jubileumeditie van de Aumacon Dealerholding Top-100 stonden in het teken van schaalgrootte, concentratie en overnameperikelen. Inmiddels zijn de 100 allergrootsten samen goed voor 89,7 procent van de markt.
Marco Akkermans (Aeternus) was vanuit zijn expertise op het vlak van fusie en overname een van de genodigden op het podium, nota bene met een eigen vers gepubliceerd rapport onder de arm. Hij laat er geen misverstand over bestaan: als dealergroep wordt de ondergrens voor een gezond toekomstperspectief opgetrokken naar 250 milljoen euro en dat bedrag loopt alleen maar verder op.
Bovendien zijn de dealerholdings veel breder actief geworden in de afgelopen twintig jaar. Vooral de eigen importeursrol valt daarbij op, naast de dealerschappen van een brede waaier aan merken gecombineerd met een eigen schade- en leasedivisie. Het denken in businessmodellen moet bovenaan staan, niet het verkopen van nieuwe auto’s alleen. Akkermans blikt nog even terug naar de tijd van Chris Verheijen en diens Autodrome in Hoogeveen waar een brede mix aan merken onder hetzelfde dak vermarkt werden. “Binnen een paar maanden was het bedrijf van de markt en dat heeft me aan het denken gezet: het moet anders.”
Importsancties
Toen Aumacon twintig jaar geleden begon met het op een rij zetten van de dealerholdings was Stern (inmiddels Hedin) nog koploper voor respectievelijk Dealer Groep Pon en Kroymans. Van Mossel Waalwijk, zoals het toen nog heette, zien we pas op de zevende plek. Inmiddels is elke achtste auto die in ons land nieuw wordt geregistreerd er een van Van Mossel.
In het vraaggesprek met Meindert Schut (BNR) uit Eric Berkhof (Van Mossel) zich allereerst kritisch over de plannen voor een stevige importheffing op de auto’s van Chinese fabrikanten. Hij schetst drie mogelijke scenario’s. Allereerst dat die Chinese fabrikanten de handdoek in de ring gooien en de markt laten voor wat die is. “Dat gaat niet gebeuren, denk ik. De tweede optie is dat bedrijven in opstand komen en dan denk ik niet aan die Chinese bedrijven, maar aan een paar gelukkig slimmere fabrikanten dan de politiek in Brussel.”
Actie=Reactie
Berkhof rekent het vertrekpunt van de Westerse fabrikanten voor: “Voor 500.000 Chinese auto’s 30 procent gemiddeld aan invoerrechten rekenen? Als ze dat voor onze vijf miljoen auto’s gaan doen in China dan hebben wij een uitdaging. Bovendien stoppen de Chinezen er dan gewoon mee, want zo zijn ze: als ze het er niet meer voor over hebben dan is het klaar.”
De laatste optie en dat is volgens Berkhof de meest waarschijnlijke is dat de partijen de koppen bij elkaar steken en een middenweg vinden die voor alle partijen acceptabel is. Bijvoorbeeld in een heffing van tien of vijftien procent die de Chinezen dan wel weer gaan absorberen. Het tijdspad begint te dringen want de beoogde 4 juli is het zo.
Zelf heeft Van Mossel (naast vele andere merken) het Chinese MG in portefeuille. Berkhof zegt te hebben geanticipeerd op de ontstane situatie. “We hebben zoveel auto’s ingekocht dat we komend jaar nog kunnen leveren. De invoerrechten zijn al betaald.” Hiermee haalt de ondernemer bovendien het gerucht uit de markt dat er velden vol onverkochte auto’s zouden staan.
Kopenhagen erbij
Terugkomend op het onderwerp van overnemen en overgenomen worden constateert Berkhof dat er de afgelopen jaren op dit vlak flink wat veranderd is. Moesten ‘in den beginne’ bedrijven nog worden overgehaald, tegenwoordig bieden de bedrijven zichzelf proactief aan en in grote aantallen. “In de Benelux zijn we nog wel met een aantal dingen bezig, maar dat is op kleinere schaal.” Daarbuiten gebeurt het echter momenteel, vooral in landen die in de consolidatieslag een stuk minder ver gevorderd zijn dan wij in Nederland.
Op 4 juli verwacht Berkhof het daadwerkelijk passeren van de overname in Kopenhagen. De eigen dealervestigingen van Mercedes-Benz gaan daar verder als Van Mossel. Inderdaad, Van Mossel. Die naam wil hij ook internationaal handhaven. Zonder Kopenhagen telt de groep inmiddels 454 ‘voordeuren’, verspreid over 278 locaties, zo vertelt hij uit het hoofd. “Ik spreek nooit over daken over vestigingen want elk merk, elk schadebedrijf, elk leasebedrijf etc. heeft een eigen voordeur. Ook als deze op dezelfde locatie zitten.”
De huidige situatie is noot een doel op zich geweest, maar in de crisisperiode van 2008-2009 is er wel wat veranderd in het beleid. “In de straat waarin ik zat, zaten acht dealerholdings. In een maand tijd waren er zes failliet. Toen dacht ik: het moet anders. Ik had 1 fabrikant en 1 bank, dan ben je niet meer zelfstandig maar een soort marionet. De huidige strategie kwam toen als mogelijke weg.”