Zo’n 230 verstofte klassiekers vinden in een verlaten loods, dat is voor menigeen een droom. Als het ook nog eens zo’n gevarieerde ‘barnfind’ is dan kun je een mediaspektakel verwachten. Tel erbij dat het een Nederlandse collectie is en dat Nico Aaldering als gelukkige koper van de auto’s en de betreffende panden de collectie veilt en het plaatje is compleet. Het resulteerde in wereldwijde aandacht.
Ik was eind mei op de kijkdagen in Dordrecht, op de plek waar de meeste auto’s werden gevonden. (Sommige waren in een naburige kerk gestald.) Niet uit bijzondere interesse in één van de vele, vele kavels, maar om het mee te maken. De collectie laat zich het beste omschrijven als eclectisch: het mist specifieke verzamelrichting, getuigt eerder van verzamelwoede.
De mogelijkheden hebbend in de vorm van ruimte en centen kocht de heer Palmen wat op zijn pad kwam en wat hem aansprak. Dat kon dus maar zo een Renault 19 Cabrio zijn, maar ook een Lancia Aurelia Spider America met een taxatie nu van driekwart miljoen. Amerikaanse slagschepen, bubblecars of juist vooroorlogse exemplaren. Oost-Europees zoals de Tatra, maar ook gewoon Nederlandse DAF’s. Vervlogen merken staan er naast de bekende grote namen. Nee, geen Tesla’s.
De bougies zijn bij elke auto uit het blok gehaald. Op de ruit een brief met wanneer de motor voor het laatst op de startmotor even mocht ronddraaien zonder een vonk te krijgen en daadwerkelijk aan te slaan. Een inbraakpoging gaf overigens een van de Corvettes uiteindelijk wel een vonk met een roetwolk tot gevolg die een groot deel van de collectie blakerde.
De kijkdagen leverden een prachtig museum van originele exemplaren, lang niet zichtbaar voor de buitenwacht. Het stemde me weemoedig in het huidige tijdsgewricht van extinction rebellion en klimaatdrammers op het kantelpunt naar een door menigeen gedroomde elektrische toekomst. Deze auto’s waren ooit stuk voor stuk te veel in iemands leven, mankeerden wat en de eigenaar wilde ervan af. Palmen wilde ze behoeden voor sloop. Ik kan niet anders dan me afvragen hoe dat over nog eens veertig jaar is. Zijn al die waardevolle klassiekers van nu de postzegelverzamelingen van de toekomst? Ik geloof er zelf niet in, eerlijk gezegd. Maar dat kan ook ijdele hoop zijn.