Wat begint als een discussie over een ontbrekend sierlijstje, eindigt bij de kantonrechter.1 Een klant bracht zijn auto naar de schadehersteller voor herstel. Het herstel werd vervolgens uitgevoerd. De klant was verzekerd voor de herstelkosten, waardoor de verzekeraar een groot deel van de kosten heeft betaald. De zakelijke klant was alleen de BTW over de herstelkosten en een eigen risico verschuldigd. In totaal kwam dat neer op een bedrag van € 1.096,56. De schadehersteller stuurde een factuur voor dit bedrag naar de klant, maar de klant liet de factuur – ondanks diverse aanmaningen – onbetaald.
Ongeveer drie maanden na de factuurdatum reageerde de klant op de aanmaningen. De factuur was nog niet betaald, omdat de schade aan de auto volgens hem nog niet volledig was hersteld. Er miste volgens hem namelijk een sierlijst op het rechterachterportier. Volgens de schadehersteller was het lijstje wel besteld, maar stond deze in backorder bij de leverancier. Afgesproken werd dat de schadehersteller contact zou opnemen met de klant op het moment dat het lijstje binnen zou zijn.
Vier maanden later kwam de sierlijst dan eindelijk binnen. De schadehersteller nam volgens afspraak contact op met de klant, maar op dat moment bleek dat de auto al verkocht – zonder sierlijst. De klant zou in financiële problemen zijn gekomen, waardoor hij de auto noodgedwongen moest verkopen. De factuur was nog steeds in het geheel niet betaald, daarom legde de schadehersteller de zaak voor aan de kantonrechter en werd betaling van de factuur gevorderd.
Door het ontbreken van de sierlijst had de auto bij verkoop volgens de klant € 2.600,00 minder opgeleverd dan wanneer de sierlijst wel aangebracht zou zijn. Omdat het sierlijstje niet was geplaatst, zou in zijn ogen (beter) zichtbaar zijn dat er schade is geweest aan de auto. Hij vindt daarom dat het bedrag aan waardevermindering in mindering moet worden gebracht op de vordering van de schadehersteller. In een zogenoemde eis in reconventie vordert de klant van de garage het bedrag dat na verrekening overblijft, een bedrag van € 1.503,44.
De kantonrechter gaat niet mee in het verhaal van de klant: het staat vast dat de auto schade heeft gehad en dat de schadehersteller dit heeft hersteld. De auto is daarom hoe dan ook een schadeauto. Dat het sierlijstje nog niet was gemonteerd verandert daar niets aan. Volgens de kantonrechter heeft de klant de waardevermindering door het ontbrekende sierlijstje bovendien onvoldoende onderbouwd. De schadehersteller hoeft het bedrag van € 2.600,00 daarom niet aan de klant te vergoeden.
Met betrekking tot de openstaande factuur oordeelt de kantonrechter dat de klant deze moet betalen. De schadehersteller heeft echter ook de kosten voor het niet geplaatste sierlijstje doorberekend, maar niet geleverd. Het bedrag van € 38,52 voor het sierlijstje wordt daarom van de vordering van de schadehersteller afgetrokken. Het lijstje is immers niet geleverd. De klant moet nog een bedrag van € 1.058,04 betalen. De kantonrechter oordeelt dat de klant ook wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en een proceskostenvergoeding aan de schadehersteller moet betalen.
Een relatief klein detail – een ontbrekend sierlijstje – kan uitgroeien tot een juridische procedure. Om dit soort situaties te voorkomen is het belangrijk om afspraken over onderdelen, levertijden, prijzen en betaaltermijnen duidelijk met de klant te communiceren. Bevestig deze afspraken bij voorkeur via e-mail of app. Houd de klant op de hoogte van vertragingen, ook als het gaat om kleine zaken zoals een sierlijst.
Hebt u ook een juridisch gerelateerde vraag voor een column? Laat het de redactie van Aftersales Magazine weten!
