FIGIEFA, de Europese vereniging die onafhankelijke distributeurs van auto-onderdelen vertegenwoordigt, uit haar bezorgdheid over een aantal punten van het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over het voorstel voor een verordening betreffende autowrakken (ELV). Kern van de zaak is de gehanteerde definitie ‘onherstelbaar’.

De koepelorganisatie zegt het te betreuren dat het gemeenschappelijk standpunt van de Raad nog steeds een aantal onduidelijke beoordelingscriteria voor autowrakken bevat.

Ondanks enige verduidelijking van de tekst behoudt Bijlage I criteria die volgens FIGIEFA technisch onrealistisch en sociaal onrechtvaardig lijken, waardoor de inspanningen van Europa voor een meer circulaire economie worden ondermijnd.

Technisch repareerbare voertuigen

FIGIEFA betreurt dat de tekst voertuigen nog steeds als ‘onherstelbaar’ beschouwt wanneer onderdelen zoals banden (!), wielen, ophanging, stuurinrichting, remmen, airbags of veiligheidsgordels ‘technisch niet repareerbaar of vervangbaar’ zijn. Dit is vanuit technisch oogpunt verwarrend en misleidend, aldus de koepel, omdat het voorbijgaat aan de huidige, veilige en kosteneffectieve reparatieoplossingen die standaard worden toegepast in de meer dan 300.000 werkplaatsen in de EU. Werkplaatsen repareren of vervangen deze onderdelen routinematig, waardoor de levensduur van voertuigen wordt verlengd en onnodige verspilling wordt voorkomen.

Het aanmoedigen van professionele reparaties waar dat technisch haalbaar is, is essentieel voor het minimaliseren van afval, het verminderen van de vraag naar nieuwe voertuigen en het ondersteunen van de milieuefficiëntie van de sector op de lange termijn.

Economisch onherstelbaar?

FIGIEFA maakt zich ook zorgen over de opname van ‘economische onherstelbaarheid’ als mogelijk bepalende factor voor het classificeren van voertuigen als autowrakken. Volgens bijlage I, deel B, punt f), kunnen voertuigen onherstelbaar worden verklaard wanneer de reparatiekosten hoger liggen dan de marktwaarde van het voertuig na de reparatie – zelfs wanneer de reparatie technisch haalbaar en veilig is.

In een tijd van stijgende prijzen voor nieuwe auto’s en krappe huishoudbudgetten zijn veel autobezitters – vooral in de lagere inkomensklassen – afhankelijk van betaalbare reparaties om mobiel te blijven. Het voorgestelde economische criterium zou deze mensen voortijdig kunnen dwingen om voertuigen die anders gerepareerd zouden kunnen worden, te slopen, waardoor de milieuverspilling nog groter wordt en de ongelijkheid in de toegang tot mobiliteit nog groter.

Oproep tot actie

Naarmate het wetgevingsproces vordert, dringt FIGIEFA er bij de lidstaten en de Raad op aan om hun aanpak te heroverwegen (ter gelegenheid van de trialoog) en bij het Europees Parlement om bijlage I te herzien, waarbij criteria die geen solide technische basis hebben en consumenten onevenredig treffen, duidelijk worden verwijderd. De toekomstige verordening voor autowrakken moet de Europese reparatiesector meer macht geven en ervoor zorgen dat voertuigen als onherstelbaar worden beschouwd wanneer ze echt niet meer veilig kunnen worden gerepareerd.