Het afgelopen jaar is het aantal autobedrijven dat zich met een werkplaatsconcept aan de aftersalesklant presenteert stabiel gebleven; het aantal vestigingen van Aumacons Garageformule Top-40 nam het afgelopen jaar met slechts 1 procent toe, waar dat in 2021 nog 6,9 procent was. Dit betekent niet dat er geen groeiambities zijn.
Het streven naar een landelijke dekking maakt, zeker bij de grotere concepten, plaats voor autonome en vooral kwalitatieve groei van de conceptdeelnemers. Hoewel diverse concepten nog groeiambities hebben voor het aantal deelnemers, lijken andere werkplaatsformules zich juist te richten op de omzetgroei per vestiging. Zij zullen hun marketinginspanningen nog meer richten op de lokale particuliere consument en de landelijk opererende leasemaatschappijen.
Gezien de druk op de arbeidsmarkt zal dat nog een hele uitdaging worden, want groei per vestiging betekent werken aan een groter klantenbestand en die klanten voor langere tijd loyaal proberen te houden aan de werkplaats(formule). Daar heb je wel handjes voor nodig natuurlijk, maar laat het gebrek aan personeel geen excuus zijn om het klantenbestand niet uit te breiden. Nu niks doen, betekent straks niks hebben.
Nieuwe omzet
De EV-transitie en de zakelijke markt gaan hand-in-hand en bieden kansen op autonome groei per autobedrijf. In de afgelopen vijf jaar is het werkaanbod in deze al aan het veranderen: leasemaatschappijen bieden vaker een elektrische auto aan en kiezen steeds vaker voor het onafhankelijke autobedrijf als onderhoudsadres. Inmiddels bestaat het Nederlandse personenautopark uit bijna 600.000 elektrische auto’s, waarvan 365.000 batterij-elektrisch zijn. De overige elektrische auto’s zijn plug-in hybrides.
Nu niks doen, is straks niks hebben.
Dat groeiende aandeel elektrische auto’s zie je terug in het apk-aanbod van de werkplaats. Het aantal volledig elektrische EV’s dat voor een apk werd aangeboden, lag over de eerste tien maanden van dit jaar op ruim 60.000. Dat is natuurlijk maar 1 procent van het totale aantal apks’s, maar dit aantal zal de komende jaren fors toenemen. Het afgelopen jaar verdubbelde het EV-aanbod voor een apk zelfs ruim.
Schaal
Dat de EV-transitie via de sturing door leasemaatschappijen in positieve zin ook de universele autobedrijven raakt, zorgt ervoor dat de diverse werkplaatsconcepten zich op dit terrein willen profileren. Recentelijk nog presenteerde Bosch een nieuw (Europees) logo om Bosch Car Service-bedrijven hierbij te ondersteunen. Alliance Automotive Group Benelux (AAGB) en LKQ Fource (LKQ) hebben respectievelijk de formules NexDrive en Moobi beschikbaar om het autobedrijf te positioneren als een onderhoudsadres voor de elektrische rijder, en het voormalige AllParts NL, nu Nexus Auto Nederland, heeft het EV-Pro-concept in huis.
Een focus op banden en bandenservices is een relatief eenvoudige manier om meer werkplaatsklanten te trekken, zeker als je tegelijkertijd bereid bent te investeren in ADAS-kalibratie. Ook op dit gebied is er geen gebrek aan concepten en ketens, waarbij de onafhankelijke autobedrijven uiteraard moeten opboksen tegen de gekende ketens KwikFit, Profile en Euromaster (Michelin). Andere concepten zijn onder andere Tyres-On (AAGB), Grip Expert (LKQ) en FirstStop (Bridgestone), dat overigens middenin een overnameproces met BandenProf zit. Ook Goodyear timmert met Premio (14 vestigingen) en Uwbandenspecialist (90 vestigingen) aan de weg.
Marketing
Bosch is de enige onderdelenfabrikant die wereldwijd een uitgebreid netwerk universele garages ondersteunt. Bosch Car Service en AutoCrew zijn de full service concepten, terwijl Bosch Workshop Partner een concept voor technische ondersteuning is, waarmee het betreffende autobedrijf zich kan profileren. De drie concepten hebben gezamenlijk in ons land ruim achthonderd aangesloten autobedrijven.
De meeste werkplaatsconcepten worden ondersteund, of zijn zelfs in eigendom van de twee grote onderdelendistributeurs van ons land, AAGB en LKQ (zie kader). Zij zijn voor een significant deel van de onafhankelijke autobedrijven de ruggengraat voor een concept, de onderdelenvoorziening en steeds vaker ook hun opleidingspartner. De beide grootmachten hebben ieder acht- tot negenhonderd deelnemers aan hun eigen concepten. Daarnaast verzorgen beide voor een groot deel ook nog de onderdelenlogistiek voor de drie Bosch-concepten. De twee distributeurs hebben dan ook een stevige positie in het conceptenlandschap opgebouwd. Ook Nexus is hier met de formules CarXpert en AutoExcellent goed vertegenwoordigd. De distributeurs WM en AD Nederland (voorheen Doyen NL) bieden respectievelijk het concept AutoPro-plus, en AG Garage Expert en Tech Expert aan.
Internationaal
In verhouding tot andere landen heeft Nederland een hoge conceptendichtheid. Desondanks zijn de meeste hier gangbare concepten begin jaren tachtig in Duitsland en Frankrijk ontstaan. Inmiddels zien we de concepten van AAGB (onder andere NexDrive) en LKQ (AutoFirst en Grip Expert) ook de grens overgaan. De verhoogde aandacht voor werkplaatsconcepten en garageformules in Europa komt voort uit de behoefte van autobedrijven aan ondersteuning. Digitalisering, opleidingen, investeringen, marketing, nieuwe technologieën, online actieve consumenten… Er komt veel op het bordje van de veelal kleine ondernemer terecht. Nu in Brussel het dossier voertuigdata in de afrondende fase is gekomen, wordt het belangrijk dat het autobedrijf partners heeft waarmee de beschikbare datastromen te gelde gemaakt kunnen worden. Consumenten bepalen straks via het dashboard wat de werkplaats van hun voorkeur is. Zullen zich realiseren dat zij machtiger worden richting het onderhouds- en reparatieadres? De werkplaats waar de klant voor kiest, weet zich namelijk verzekerd van de toegang tot de data uit de betreffende auto. Dealerbedrijven en hun fabrikanten doen dat al en proberen nu al klanten te overtuigen om met het merk connected te blijven. Aangespoord door de grote onderdelendistributeurs zal het onafhankelijke kanaal hierin stappen moeten zetten.
Sturing
In maart 2023 publiceerde de Boston Consulting Group (BCG) een rapport over de toekomstige positie van fleetowners in de aftermarket. Zij gaan op Europese schaal uit van een verdubbeling van hun aandeel in de (gestuurde) aftersales. BCG schat dat dit aandeel nu ongeveer 7 procent is en zal groeien naar 15 procent. Hun aftersalespartners zullen vooral concepten zijn, verwacht BCG. Voor leasemaatschappijen en fleetowners is samenwerking met concepten in ons land al gewoon, zeker met de formules die een landelijke dekking hebben. Voor hen geldt naast de prijsstelling vooral een hoge klantentevredenheid. Ook hier komen de onderdelendistributeurs om de hoek kijken. Zeker leasemaatschappijen maken graag meerjarige afspraken en die afspraken worden zelden met een individueel autobedrijf gemaakt. Wie als autobedrijf de zakelijke markt wil bedienen, ontkomt eigenlijk niet aan een in dat marktsegment actief werkplaatsconcept.
De Boston Consulting Group (BCG) gaat voor heel Europa uit van een verdubbeling van het aandeel van fleetowners
in de aftersalesomzet.
Hun aftersalespartners zullen vooral concepten zijn, verwacht BCG.
Aandachtspunt
Nu de grotere werkplaatsconcepten zich opmaken voor een meer strategische en kwalitatieve groei van hun aftersalesactiviteiten, is een belangrijk punt van aandacht een mogelijk te grote focus op de kwaliteit. Dat klinkt gek, maar we hebben de afgelopen jaren gezien hoe autofabrikanten de standaarden van hun dealernetwerken verhoogden. Dat zorgde voor een verstoring van het verdienmodel en van de misplaatste aandacht om een steeds maar weer mooier pand neer te zetten. Laat het onafhankelijke autobedrijf vooral een individueel autobedrijf zijn. Weliswaar is streven naar kwaliteit belangrijk, maar dat moet vooral een zaak van de binnenkant zijn, de relatie met de klant en de technische prestatie in de werkplaats. Nog mooiere borden en zijden vlaggen moeten niet het doel van een concept zijn, de prestatie in de werkplaats des te meer.