Op basis van de via RDW openbaar toegankelijke wagenparkdata concludeert Kenteken.tv dat Nederland inmiddels tien miljoen personenauto’s telt. Jasper Verweij gebruikt deze constatering om dieper in de data te duiken en benoemt onder meer het meest voorkomende bouwjaar (2019) en merk (Volkswagen), maar zet ook het abrupt stijgende gemiddelde gewicht op de kaart.
Niet onbelangrijk: Jasper begint zijn analyse door te erkennen dat er verschillende cijfers gecommuniceerd worden door verschillende partijen en de door hem gebruikte methode te onderbouwen. Hoe dan ook, de data toont interessante inzichten (voor het volledige overzicht, zie kenteken.tv).
We lichten er een paar uit. Zo is de gemiddelde catalogusprijs in de afgelopen twintig jaar verdubbeld naar inmiddels 50.000 euro. Saillant: de gemiddelde BPM per auto daalde in die periode juist van iets boven de vijf mille naar iets eronder.
Drie bouwjaren vallen Jasper op. Zo is 2011 niet langer het meest prominente bouwjaar, dat zijn 2018 en 2019 met ieder ruim 514.000 stuks. Dit geeft direct de import/exportstromen aan, want beide jaren hadden een nieuwverkoop die onder de 450.000 stuks bleef.
Op merkniveau zijn respectievelijk Volkswagen (11,6%), Toyota (7,3%) en Opel (6,4%) goed voor de top drie. Van elke twintig auto’s heeft er eentje nog een openstaande terugroepactie genoteerd staan. Ten slotte is zestien procent van de genoemde 10 miljoen nog in handen van de eerste eigenaar. Ook hier een nuance; bij importauto’s worden de eigenaren buiten Nederland niet meegeteld.