Tussen nu en 2022 wil de Duitse toeleverancier Schaeffler in eigen land en elders in Europa 4400 banen schrappen. Het verlies van arbeidsplaatsen komt bovenop eerdere bezuinigingsrondes, nodig om in te spelen op een krimpende markt.
Het concern hoopt op die manier jaarlijks 250 tot 300 miljoen euro te besparen; in 2023 moet de aangekondigde reductie voor circa negentig procent zijn voltooid. De reorganisatiekosten kunnen oplopen tot 700 miljoen euro. Schaeffler voert onder meer de merken LuK, INA en FAG. Het heeft klanten in de industrie en autoproductie, maar het is de crisis in die tweede categorie die noopt tot actie. Het lot treft twaalf locaties in eigen land en twee daarbuiten. Twee Duitse vestigingen dreigen te worden gesloten – een volgens vakbond IG Metall “onacceptabele” ingreep. Bij alle binnenlandse vestigingen zullen banen verdwijnen en producties waar mogelijk binnen het eigen fabrieksnetwerk worden verplaatst.
Pandemie
‘Hoewel er de afgelopen maanden in onze bedrijfsonderdelen een opleving merkbaar is, blijft de onzekerheid over het verdere verloop van de pandemie en de daaruit voortvloeiende slechtere economische situatie hoog’, stelt het management in een mededeling. Het is echter niet alleen maar afbreken wat de klok slaat, stelt bestuursvoorzitter Klaus Rosenfeld: “We hebben ons voorgenomen om hetgeen we aan de ene kant besparen elders weer te investeren.” Concreet komt dat neer op uitbouw van de locatie-Bühl tot nieuw centrum van de Schaeffler Groep voor elektrische mobiliteit. De hoofdzetel in Herzogenaurach gaat de toekomstige waterstofactiviteiten herbergen. Ook moet daar een centraal laboratorium ontstaan.
Vrijwillig vertrek
In de afgelopen jaren heeft Schaeffler zichzelf ook al een afslanking opgelegd. Een jaar geleden kwam er een regeling voor vrijwillig vertrek , goed voor bijna tweeduizend werkplekken. Sinds eind 2018 is het aantal medewerkers in de Groep verminderd met 8250 banen, naar ruim 84.000 momenteel.