De digitale wereld krijgt zijn greep ook op de bandenwereld. Het blijkt een belangrijke rol te spelen in de verbeteringsslag die het team van technici bereikte om van de eerste generatie AllSeasonContact naar de tweede generatie te komen. Ofwel hoe Continental begon met 252 profielen om er in een tijdspanne van slechts twee jaar eentje uit te kiezen.
Het ontwikkeltraject dat leidt tot de marktintroductie van een nieuwe band vergt doorgaans een jaar of vijf. Een periode die vrijwel overeenkomt met die van nieuwe auto’s overigens. Wat je bij die laatst genoemde productcategorie nu ziet is dat dat proces flink aan het versnellen is. Mede door de komst van hordes elektrische voertuigen en de reeks nieuwe toetreders die daarmee hun kans schoon zien, is de druk op constante vernieuwing groot bij de autofabrikanten. De ontwikkelingsfase verplaatsen zij meer en meer van de praktijk naar een virtuele omgeving om zo tijd en kosten maar ook de milieu-impact te beperken. Zowel het product als de productieomgeving wordt bij steeds meer OEM’s virtueel ontwikkeld en getest om de tijd van idee tot marktintroductie zo ver mogelijk te verkorten.
Voor bandenfabrikanten is die wens niet anders en ook zij grijpen naar de digitale mogelijkheden om sneller te kunnen reageren op de veranderende marktwensen. Edwin Goudswaard zegt dat het verschil met de oude werkwijze groot is. Vanuit zijn rol als vice-president R&D bij Continental heeft hij direct zicht op de veranderende processen. Aan de hand van de nieuwe AllSeasonContact2 toont Goudswaard hoe digitale ontwikkeling hielp bij de ontwikkeling. “De bestaande AllSeasonContact scoorde al hoog in testen maar bepaalde prestatiegebieden wilden we verbeteren.”
Prestatiegebieden
Die prestatiegebieden verbeelden bandenfabrikanten traditioneel in een spinnenwebdiagram. Elke arm van het web vertegenwoordigt een gestelde eis, zoals het gedrag op nat wegdek of de rolweerstand. “Elke verandering die je doorvoert werkt door op andere vlakken, soms op manieren die je niet direct zou verwachten. De digitale testomgeving biedt ons de mogelijkheid werkelijkheidsgetrouwe simulaties te draaien zonder daadwerkelijk een band te produceren en in de praktijk te beproeven. Dat vergroot de snelheid van het ontwikkelen, beperkt onze kosten en de milieu-impact van het uiteindelijke product.”
Wijzigingen aan het karkas en aan de binnenvoering zijn een voorbeeld. “Wijzigingen op dit vlak raken direct aan de kwaliteit van het eindproduct. Daarom kosten die relatief veel tijd om ze te kunnen valideren. Pas als we zeker weten dat het voldoet aan de gestelde normen gaan we ermee de markt op. In het geval van de AllSeasonContact2 hebben we zo de rolweerstand met zes procent weten te verlagen.”
De vorige generatie blonk nogal sterk uit als het gaat om het voorkomen van aquaplaning. “Daar hebben we iets van de prestatie ingeleverd om op andere vlakken te verbeteren. Zo hebben we wat rubber toegevoegd in vergelijking met de vorige versie. De kilometerprestatie is fors verbeterd. Niet omdat wij dat zelf zeggen, Dekra heeft het voor ons getoetst. Deze band biedt minimaal vijftien procent meer kilometers. Wij weten dat het eigenlijk hoger ligt, maar dat percentage is daadwerkelijk door Dekra bewezen.”
Foto boven: Edwin Goudswaard, vice-president R&D bij Continental, geeft inzage in de ontwikkelingsfase van de nieuwe AllSeasonContact2.