Van alle busjes in ons actieve wagenpark blijkt bijna elk tiende exemplaar een Transporter. De kleinere Caddy doet daar niet veel voor onder, ondanks een veel kleinere productieperiode. Een blik op de bestellers voor een B-rijbewijs.
Bestelwagens mogen dan de naam hebben een bedrijfsmiddel te zijn, maar bijna de helft is particulier geregistreerd. Uiteraard is dat deels te verklaren door de hogere leeftijd van sommige exemplaren. De zakelijk geregistreerde exemplaren pieken bij de jonge bouwjaren, het marktaandeel van de privépersoon zakt daar juist weg. Zoals uit bijgaande grafieken duidelijk blijkt is het park aan lichte bedrijfswagen relatief jong: de piek zit duidelijk in de tweede helft van afgelopen decennium.
De bulk van de busjes heeft een zelfontbrander voor de voortstuwing, liefst 93,5 procent tankt diesel. Het aandeel benzinedrinkers komt niet verder dan 3,25 procent. LPG pakt bijna twee procent met twintigduizend exemplaren.
EV’s
De volelektrische exemplaren stokken vooralsnog bij 7500 stuks, maar daar kan komend jaar best eens verandering in komen. Er wordt immers van twee kanten gewerkt aan vergroting van dit marktaandeel. Van leverancierskant is er het snel uitdijend aanbod en de Staat doet een duit in de zak in de vorm van stimuleringsregelingen. Vooralsnog is Nissan, dat al vroeg een marktrijp exemplaar had, koploper met 1829 stuks. Renault zit er vlak achter met 1654 stuks, Mercedes haalt nog niet de helft.
De vloot Rentals telt 12,5 duizend stuks waarvan liefst vierduizend stuks een Ster dragen. Volkswagen komt niet verder dan zo’n 1750 stuks, terwijl Iveco er 1380 in het actieve park heeft. Ford en Renault zitten beide wat boven de 900-grens, Opel en Fiat rond de 700. De 450 huur-Citroëns blijken er negentig meer dan die van zustermerk Peugeot.


