Wopke Hoekstra, onze ex-minister van Financiën én van Buitenlandse zaken, inmiddels Eurocommissaris Klimaat, Net-Zero en Schone Groei, staat met zijn klimaatplannen onder zware druk. Landen en industrieën zetten hun duurzaamheidsplannen in de ijskast, of verlengen overgangstermijnen. Met name de auto-industrie wil noodgedwongen de handrem aantrekken.
Zelfs Wopkes eigen baas, EU-voorzitter Ursula Von der Leyen, komt (gelukkig voor onze sector) de automobiel- en onderdelenindustrie tegemoet. Zo zal de review over de voortgang van de elektrificatie al begin volgend jaar plaatsvinden. De uitkomst staat al bijna vast: 2035 als einddatum voor de verbrandingsmotor gaan we niet halen. Dat roept haar mentor Mario Draghi overigens ook al een tijdje. Natuurlijk zal er voor de Bühne nog een discussie komen over wanneer wel, want links of rechtsom: niemand durft 2050 als net-zerodoelstelling te bekritiseren. Bovendien gaan economische belangen steeds zwaarder wegen. Ging het eerder nog om een leefbare wereld, nu draait alles om het verdienmodel van vandaag, of zoals iemand onlangs stelde: “De lange termijn is heel belangrijk, maar morgen heeft prioriteit.”
Deze boodschap wordt verpakt in het cadeaupapier van de realiteit en de toevloed aan Chinese automodellen. Feit is dat de Europese auto-industrie en -branche simpelweg niet klaar zijn om de EV-transitie in de hele Europese Unie te laten slagen. En eerlijk is eerlijk: velen in de auto-industrie vinden de EV-transitie a pain in the ass. Ook de autobranche ziet verbrandingsmotoren de komende jaren nog graag in hun werkplaatsen blijven komen.
Onderdelenfabrikanten
Aan het begin van de herfst legden autofabrikanten Stellantis en Volkswagen tijdelijk een deel van hun (EV-)productie stil. Er worden simpelweg te weinig elektrische auto’s verkocht. Niet in alle landen en zeker niet in Nederland, maar op Europees niveau loopt de EV-transitie gewoonweg niet.
Velen in de auto-industrie vinden de EV-transitie a pain in the ass.
Behalve de autofabrikanten staan ook de onderdelenfabrikanten op de barricades. Volgens Clepa moet de sector tienduizenden banen schrappen als gevolg van de elektrificatie. En dan nog is er geen zicht op een winstgevende toekomst. Tijdens de afgelopen IAA in München leken er weer wat positieve signalen te zijn, maar dat was niet meer dan marketing voor de buitenwereld. Illustratief daarvoor is Holger Klein, de bestuursvoorzitter van ZF, één van de grotere onderdelenfabrikanten. Op 8 september stond hij nog met een relatief positieve speech over innovatie en slagkracht van zijn concern op het podium. Drie dagen later kondigde hij zijn vertrek aan.
Druk
Twee weken na het aftreden van Klein publiceerde Clepa een position paper over de tanende concurrentiekracht van de Europese onderdelenindustrie. Volgens het rapport produceren Europese toeleveranciers onderdelen en systemen die 65 procent van de waarde van een auto met een verbrandingsmotor vertegenwoordigen. Voor een EV is dat zelfs 70 procent. Nu komen er uit de VS, China en een scala aan andere landen met goedkopere productiekosten steeds meer onderdelen (en batterijen) onze kant op. Als de EU niets doet, dreigt de waardepropositie van de Europese onderdelensector met 25 procent af te nemen, goed voor een verlies van 350.000 banen op een workforce van 1,7 miljoen. De druk op Von der Leyen en haar commissieleden om de auto-industrie te redden door in ieder geval de ban van 2035 op te heffen, is groot. Niemand wil dergelijk massaal banenverlies op zijn of haar geweten hebben. Dan maar de hoon van de milieuactivisten die nu actie eisen en niet morgen.
De hoop bij de verdedigers van het verdienmodel van vandaag is dat er voor het milieu toch nog een oplossing wordt gevonden. Het probleem is natuurlijk dat iedereen vanuit zijn plaats in het ecosysteem gelijk heeft. We willen een schoner milieu en weten zelfs dat het noodzakelijk is, maar de mensen moeten morgen wel hun hypotheek kunnen betalen en boodschappen kunnen doen. Duurzamer denken blijven we doen, maar structureel duurzaam acteren schuiven we liever en soms zelfs noodzakelijkerwijs even op.
Afgezwakt
Los van de autosector stellen grote (beursgenoteerde) bedrijven – inclusief financiële instellingen – hun duurzaamheidsdoelen naar beneden bij of schrappen die zelfs helemaal. In Rotterdam ervaren ze de gevolgen al van het verminderen van de investeringen in duurzame productielocaties. Dat motiveert velen in het MKB niet om wél stappen te zetten, los van diegene die dat wel doen of al hebben gedaan.
Het is natuurlijk heel gewoon dat mensen van mening verschillen. Dat vraagt om de wil om de dialoog aan te gaan. In gesprek blijven is een must, maar dat lukt niet altijd. Milieuactivisten grijpen enerzijds naar de rechtspraak en anderzijds naar harde acties op straat. Tot nu toe wordt de auto-industrie ontzien, maar hoe lang nog als de EU definitief terugkomt op haar afgegeven doel van 2035?
In november wordt een belangrijke VN-klimaattop gehouden. Het lijkt erop dat de EU daarbij aan de zijlijn zal staan nu diverse landen af willen van de harde afspraken uit de Parijse akkoorden en het Fit for 55-dogma. Wopke Hoekstra moest zijn in juli ingediende klimaatdoel voor 2040 al afzwakken. De autosector is er niet rouwig om.