Met vijftien nieuwe deelnemers sinds de zomer is AutoProfijt, een garageformule van Vrooam, ondersteund door de LKQ-grossiers, hard op weg naar de honderd deelnemers.
Ruim een jaar geleden besloot AutoProfijt het roer om te gooien. Niet langer lag de focus alleen op werving en reclame, maar juist op het versterken van de relatie met de bestaande klanten. Met gerichte tools, zoals een APK-mailing, een pechhulpoplossing en reviews, werd het fundament gelegd voor AutoProfijt 2.0.
Nu wel
Zeventig conceptgerichte ondernemers stapten over naar de vernieuwde formule, waarmee AutoProfijt zich richt op nieuwe deelnemers. Die aanpak werpt inmiddels vruchten af en de formule heeft nu de honderd vestigingen in beeld. Conceptmanager Aan Willem Bonnema: “Bedrijven die eerder conceptdeelname afwezen – bijvoorbeeld omdat ze niets wilden ‘moeten’, hun eigen huisstijl wilden behouden of geen verplicht keurmerk wilden voeren – tonen nu wél interesse. Ook garages die het oude AutoProfijt-concept te beperkt vonden, zien in de vernieuwde opzet nieuwe kansen.”
Enthousiasme
Aan Willem Bonnema ziet dat het enthousiasme voor de formule groot is: “Met grote regelmaat zit ik met potentiële deelnemers om tafel. Het concept wordt sinds de upgrade zeer positief ontvangen. We zijn niet meer dat conceptje van ‘ja, doe maar’. Bedrijven maken een weloverwogen keus – en dat heb ik het liefst!”
Nieuw
Nieuwe deelnemers zijn onder andere Autobedrijf Vermanen (Zwanenburg), Autogarage Geldrop, Autoservice Van Heugten (Heerhugowaard), Meulstee Car Centre (Harderwijk), NV Autoservice (Nuenen), Mesik Autogarage (Bergambacht), Auto Elektro Sylwester (Bladel), BSC (Sevenum), Autobedrijf Evers (Borculo), Autobedrijf Piksen (Hellendoorn), 100plusOccasions (Tubbergen) en Elferink Auto’s (Albergen). Daarnaast hebben drie garages hun deelname inmiddels toegezegd.
Signing
Als opvallend kenmerk van de vernieuwde formule noemt Bonnema de professionele uitstraling van de aangesloten bedrijven.”Steeds meer garages kiezen ervoor om in samenwerking met AutoProfijt hun signing en visuele identiteit te moderniseren. Daarmee behouden ze hun lokale karakter, maar maken ze wél een veel krachtigere indruk in de markt.”