Eind dit jaar vertrekt Henri Hendrickx bij Brezan voor een volgende klus. De ketengrossier is nu klaar voor de nieuwe topman Cor Baltus, maar wat is de toekomstvisie van Brezan en wat zijn de plannen in 2013? Hendrickx vertelt…
De ad interim directeur heeft zijn eigen(wijze) visie op de verkoopstrategie van Brezan. Zo vindt hij bijvoorbeeld dat iedere vestigingsmanager minimaal twaalf uur per week met een (potentiële) klant aan tafel zou moeten zitten. Actief in het werkveld bezig zijn, is zijn motto.
“Zo’n zware opgave is dat niet. Er zijn nu 120 Brezan-vestigingen, waarvan de helft franchise. Een Brezan-regio bestrijkt minimaal een straal van 300 vierkante kilometer. Dat is een overzichtelijk gebied met gemiddeld zo’n 200 potentiële klanten. Het bezoeken van klanten is vooral een kwestie van doen. In veel sectoren zijn veel managers dat verleerd”, aldus Hendrickx. Om managers te stimuleren, wacht hen een bonus van 250 euro, mits zij de mix aan maanddoelstellingen realiseren natuurlijk.
Hoe zorgen jullie ervoor dat garages goed op de hoogte blijven van de steeds complexere autotechniek?
“Wij stimuleren onze klanten up to date te blijven met techniek. Ondanks de complexiteit, denk ik dat juist kleinere garages met een lage kostenstructuur weer zullen groeien, zelfs ‘Beun de Haas’-bedrijven. Als de economische druk hoog blijft, dan wordt hun potentiële markt zelfs groter dan menig automanager lief is.”
Komt er een werkplaatsconcept van Brezan?
“Wij gaan geen eigen werkplaatsformule ontwikkelingen, maar zouden wel kunnen aanhaken bij concepten van onderdelenfabrikanten. Wij vinden de logistieke prestatie veel belangrijker. Beschikbaarheid is nog steeds de bepalende factor in de relatie tussen garage en grossier. Garagisten zijn veel assertiever geworden en dat geldt ook voor werkplaatsklanten. Dankzij internet is het prijsbeleid transparanter geworden en onderschat het effect van reviews niet.”
Waar staat Brezan over vijf jaar?
“Het is aan mijn opvolger en het managementteam hoe de verdere uitbouw wordt vormgegeven. Ik denk dat auto- en garagebedrijven naar een grotere flexibilisering van hun werkzaamheden gaan. Seizoenswerk is misschien een optie, maar dan moet je niet alleen denken aan zomer- en winterbandenwissels. Met een goed plansysteem zou het werkaanbod binnen bepaalde dagen georganiseerd kunnen worden. Dan heb je niet iedere dag alle monteurs nodig en is daar een aangepaste organisatiestructuur en kostenplaatje op af te stemmen.”
Lees het uitgebreide interview in Aftersales Magazine nummer 12 (p.21), dat vrijdag 14 december verschijnt.