De Duitsers kochten het eerste halfjaar de meeste elektrische auto’s (EV), Noren en Denen waren naar verhouding een stuk happiger. Nederlanders behoren tot de middenmoot. Dit blijkt uit een onderzoek van Jato Dynamics, een Brits bureau voor automotive intelligence.
Er lijkt dit jaar een voorzichtig begin gemaakt te worden met de commerciële verkoop van EV’s. In het eerste halfjaar van dit jaar ging het in heel Europa om 5.222 stuks. Een jaar daarvoor (in dezelfde periode) waren dat er nog maar 507, zodat van een vertienvoudiging gesproken kan worden. Veel stelt het echter nog niet voor. Op het totale aantal autoverkopen in Europa kwam in het eerste halfjaar nog slechts 0,07 procent voor rekening van de categorie Elektrisch.
Van de grote autolanden pakken vooral Duitsland en Frankrijk de EV’s redelijk op. Spanje en Italië laten deze ontwikkeling nog aan zich voorbijgaan. Nederland bezet de zevende plek, terwijl ons land vorig jaar nog in de top drie voorkwam.
Zoals wel vaker met milieuthema’s vervullen de Scandinavische landen ook hier een voortrekkersrol. Met name olieland Noorwegen en Denemarken hebben hoge stimuleringsbedragen ingezet, wat deze landen hoog op de verkoopranglijst plaats. Toch zijn het aldus Jato niet alleen de aankoopincentives die de markt in beweging brengen. Zo kan de berijder van een EV in Oslo de busbanen gebruiken en gratis parkeren. De Nederlandse EV’s berijder moet het vooralsnog uitsluitend doen met belastingvrijheid voor de BPM, MRB en de bijtelling; een EV-stimuleringspakket dat in Europees verband als gemiddeld bestempeld kan worden.
Bron: Jato; bewerking: Aumacon
De maand augustus heeft qua reguliere autoverkoop in Europa een stijging laten zien van 7,7 procent naar 753.709 auto’s, dat in tegenstelling tot een daling van twee procent in juli 2011.