Nadat in juli 2009 als gevolg van een uitspraak van de hoge raad al was bepaald dat voor de berekening van rest-BPM bij import de handelsprijs in plaats van de verkoopprijs als uitgangspunt mocht dienen, heeft de belastingdienst sinds mei 2010 een nieuwe methode geïntroduceerd om de (hoge) BPM inkomsten te kunnen handhaven. Dit laat XRAY Auto uit Naarden weten aan Aftersales Magazine.
Moest eerst de verhouding bepaald worden tussen de handelswaarde en de nieuwwaarde, vanaf juni 2010 werd dit veranderd in de verhouding tussen de handelswaarde en de inkoopwaarde nieuw. Deze inkoopwaarde zou als volgt moeten worden bepaalt: Consumentenprijs -/- € 500) x 0,88. Als gevolg van deze wijziging is het aandeel tabelaangiftes ten opzichte van koerslijstaangiftes aanzienlijk gestegen.
De rechtbank heeft de belastingdienst erop gewezen dat deze rekenmethodiek volledig in strijd is met de Europese wetgeving (artikel 110 VWEU). Op 11 januari 2011 heeft de rechtbank in Arnhem de Belastingdienst in het ongelijk gesteld .
Aangezien de uitspraak pas effectief wordt na het verstrijken van de beroepsperiode is het advies na de aangiftes direct bezwaar te maken tegen de hoogte van de aanslag. Zonder dit bezwaar kunnen bedrijven geen aanspraak maken op restitutie van teveel betaalde BPM.
Als gevolg van de uitspraak zal het aandeel koerslijstaangiftes ten opzichte van tabelaangiftes wederom gaan toenemen. Een juiste koerslijstaangifte uit een betrouwbaar systeem kan immers voorkomen dat er teveel BPM wordt berekend en betaald.
Staatssecretaris van Financiën Frans Weekers heeft eerder laten weten in antwoord op Kamervragen dat de BPM-aangifteregels rond de import van auto’s worden aangescherpt. In het vervolg moet er bij de import van een auto, waarvan de waarde bij de aangifte wordt gebaseerd op een taxatierapport, altijd een kopie aankoopfactuur worden geleverd. Ook het betalingsbewijs dient te worden overlegd.