Met de technologische ontwikkelingen die het noodzakelijk maken om het businessmodel van het universele autobedrijf aan te passen is het ook goed om naar de eigenaar van het autobedrijf als werkgever te kijken. In verschillende bijdragen tijdens het congres werd de aandacht gevestigd op hoe diverse ondernemers al bezig zijn hun rol als werkgever anders in te vullen.
Het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld gaf keynote speaker Ynzo van Zanten, in het verleden ‘chief evangelist en head of people & culture’ van chocoladefabrikant Tony Chocolonely. Hij bedacht de naam voor deze functie zelf, omdat hij human-resourcesmanager zo’n ontzettend jeukwoord vindt. “Als je van mensen resources wil maken, dan snap je toch niet helemaal hoe people management eruit ziet.”
Leuke dingen
De arbeidsovereenkomst zette hij weg als “een document van dertig pagina’s dat alleen maar wantrouwen uitstraalt en waarin staat wat een werknemer allemaal niet mag.” Bij Tony Chocolonely werd dat document vervangen door een A4’tje, waar alleen maar leuke dingen in staan, zoals dat je als werknemer zoveel chocola mag meenemen als je fysiek kunt tillen. En vakantiedagen zijn onbeperkt, “als je job maar gedaan wordt”, voegde Van Zanten daar wel aan toe.
Het verhaal resoneerde in de bijdrage van Allard Droste aan de paneldiscussie met Han ten Broeke en Sandra Molenaar. Droste is erin geslaagd de medewerkers van een metaalbedrijf in Rotterdam om te vormen tot een zelfsturend team, volgens zijn principe “hoe vrijer je mensen laat, hoe meer betrokken ze raken bij het bedrijf.” Geldt dat ook voor het autobedrijf? Volgens Droste wel, want “als het lukt bij een metaalbedrijf, dan lukt het overal.”