Voor veel autobedrijven is SERMI nog een onbekend woord. Toch zullen autobedrijven die na 1 augustus 2023 willen werken aan zaken die te maken hebben met anti-diefstalsystemen in de auto, inclusief track and trace-systemen, een SERMI-certificaat moeten hebben. Menno Verhorst van AutoNiveau nam tijdens een kennissessie op de Automotive Expo 2023 zijn toehoorders mee in wat SERMI is, wat je ermee kunt, wat je mist als je geen toegang hebt en wat je moet doen als je er wel wat mee wil.
We hebben er in deze kolommen al vaker over geschreven, dus nog even heel kort: SERMI is de Engelse afkorting voor security related repair and maintenance information, wat zoveel betekent als de informatie die je nodig hebt om te kunnen werken aan anti-diefstalsystemen. Fabrikanten hebben de toegang tot die informatie afgeschermd, zodat niet iedereen daar zomaar bij kan. Probleem voor de universele autobedrijven is dat iedere fabrikant de toegang tot die informatie heeft beveiligd, waardoor het autobedrijf voor elk merk aparte toegang moet regelen, als dat al lukt. Hiervoor is SERMI bedacht: één toegangspoort tot alle veiligheidsgerelateerde informatie van alle autofabrikanten. Autobedrijven die over een SERMI-certificaat beschikken, hebben daarmee toegang tot alle informatie van alle autofabrikanten over anti-diefstalsystemen. Heb je zo’n certificaat niet, dan kun je bijvoorbeeld geen software-updates meer uitvoeren van apparaten die zijn verbonden met de anti-diefstalsystemen in een auto. Een autofabrikant kan dat vrij ruim opvatten. Je kunt dan bijvoorbeeld ook geen diefstalgerelateerde onderdelen meer bestellen bij de autofabrikant, een sleutel bijvoorbeeld.
Remote diagnostics
Aanbieders van remote diagnostics kunnen dan wel een SERMI-certificaat hebben, maar ook het autobedrijf dat van hun diensten gebruik wil maken, moet zelf over zo’n certificaat beschikken als het om toegang tot informatie over anti-diefstalsystemen gaat. Dat geitenpaadje is dus afgesloten.
Diverse certificeringsinstanties, waaronder Dekra en Kiwa, kunnen een SERMI-certificaat afgeven, als de monteur kan aantonen over de juiste competenties te beschikken en bovendien van onbesproken gedrag kan getuigen (Verklaring Omtrent Gedrag). Het autobedrijf moet daarnaast kunnen aantonen over de juiste apparatuur te beschikken en geen activiteiten te ontplooien die te maken hebben met een aanpassing van de emissie van een voertuig, zoals chiptuning, roetfilters verwijderen, EGR verwijderen et cetera. Bedrijven die daar nu mee adverteren en die een SERMI-certificering willen, kunnen daar dus beter mee stoppen. Begin maart was het overigens nog niet mogelijk om een SERMI-certificering aan te vragen, onder meer omdat de vereiste competenties van de monteur nog niet vastliggen. Het certificaat is vijf jaar geldig, tenzij je het eerder kwijtraakt. Ieder bedrijf met een SERMI-certificering wordt tenminste één keer ge-audit.
Menno ter Horst toonde zich, ondanks zijn zorgen over de naderende deadline en gezien het feit dat veel dingen nog niet zijn geregeld, ingenomen met de SERMI-certificering. “Het betekent een stap voorwaarts voor ons als universele, onafhankelijke autobedrijven. Dit is dé manier om als onafhankelijk autobedrijf aan de bal te blijven.”
Foto boven: De paneldiscussie met Han ten Broeke, Sandra Molenaar en Allard Droste.