Het samenwerkingsverband Green NCAP, ondersteund door Euro NCAP en in Nederland door TNO, heeft de resultaten bekendgemaakt van tests van zeven voertuigen met verschillende aandrijflijnen. Eerste conclusie: als autofabrikanten geen serieuze zaak maken van duurzaamheid door de uitstoot en brandstofverbruik te verlagen en de efficiëntie te vergroten, dan zijn auto’s niet zo groen als ze beweren te zijn, onafhankelijk van de aandrijflijn.
“Green NCAP moedigt consumenten die geïnteresseerd zijn in het verminderen van de impact op het milieu aan om aandacht te besteden aan de kleinere details van de prestaties van hun toekomstige auto. Het is van cruciaal belang dat nieuwe kopers onafhankelijke consumenteninformatie overwegen om tot een groenere keuze te komen die aansluit bij hun rijvoorkeuren”, aldus technisch manager Aleksandar Damyanov namens Green NCAP.
“Het label ‘hybride’ betekent niet automatisch dat deze beter presteert dan een goed ontworpen voertuig met een verbrandingsmotor. Fabrikanten bieden verschillende niveaus van hybridisatie om aan verschillende doelstellingen te voldoen. Tegelijkertijd leidt meer vermogen in sommige gevallen niet noodzakelijkerwijs tot meer impact op het milieu.”
Zeven tests
Green NCAP nam de volgende auto’s onder de loep: de elektrische Tesla Model S, de plug-in hybride Mazda CX-60, de milde hybrides Mitsubishi ASX en Alfa Romeo Tonale, de elektrische MG 5, de elektrische mpv Renault Kangoo E-Tech en de enige benzineauto, de BMW X1. Hoe groen deze auto’s zijn wordt uitgedrukt in het aantal groene sterren, maximaal vijf.
Die hoogste scores werden alleen gehaald door de elektrische auto’s. De beide milde hybrides stelden met name teleur met het verbruik van de verbrandingsmotor en door het tekortschieten bij het beheersen van de NH3- en CO-uitstoot. Zij kregen alle slechts tweeënhalve groene ster. Ook de benzine aangedreven BMW kwam niet verder dan tweeënhalve ster, vanwege de CO2-uitstoot, hoewel de nabehandeling van de uitlaatgassen indrukwekkend wordt genoemd.