Het aandeel van de A- en B-segment personenauto’s in het Nederlandse wagenpark neemt verder toe. Alleen al in de eerste vier maanden van dit jaar zijn de modellen uit deze categorie goed voor veertig procent van het totaal aantal registraties nieuwe personenauto’s. Wat heeft dit voor gevolgen voor de werkplaatsactiviteiten?
De toenemende populariteit van auto’s uit het A- en B-segment wordt vaak genoemd als reden van de teruglopende werkplaatsomzetten. Maar klopt dat eigenlijk wel? Samen met ict-specialist Mivar is Aftersales Magazine in de database gedoken voor een analyse van reparatie- en onderhoudsinformatie.
De veelgevraagde modellen uit deze segmenten blijken namelijk net zo frequent in de werkplaats te komen als hun iets grotere broers en zussen uit het C-segment, hoewel dat uiteraard ook minder vaak is dan een paar jaar geleden. De ict-specialisten van Mivar houden nauwgezet alle data bij die autofabrikanten aan berijders en het dealernetwerk adviseren ten aanzien van de onderhoudsvoorschriften. Op basis daarvan ontwikkelt Mivar bijvoorbeeld de reparatie- en onderhoudscalculaties voor leasemaatschappijen.
Van de zes volumemerken Hyundai, Fiat, Renault, Opel, Peugeot en Seat hebben we de onderhoudsinformatie van de fabriek vergeleken met hun modellen uit het A-, B- en C-segment. Uit een grondige analyse blijkt dat de verschillen in kosten tussen de A-, B- en C-modellen bij de meeste merken maar minimaal zijn of juist helemaal niet van elkaar afwijken.
Lees hier het complete verhaal in Aftersales Magazine nummer 5 >>