Het gebeurt de laatste tijd regelmatig dat ik me op de weg omringd weet tussen de suv’s in verschillende maten en verschijningsvormen. De populariteit ervan lijkt een hockeystickcurve te volgen, het hoogtepunt nog niet bereikt hebbend. Daarom, in deze aflevering van onze statistiekrubriek: de coupé.
De definitie ‘coupé’ zorgt al meteen voor hoofdbrekens. Waar leggen we de grens, in de wetenschap dat er allerhande crossovers op de markt zijn? Hoeveel deuren mag een coupé hebben en wanneer heet het niet meer zo? Ik denk even aan de vierdeurs coupés zoals de CLS van Mercedes-Benz of de Passat CC van Volkswagen, misschien zelfs de Panamera. Wat te denken van de ooit zo hippe en meestal Franse cabrio-coupés (Renault Mégane, Peugeot 206/207/307/308)? Of de tweedeurs mpv van Renault genaamd Avantime?
Om dergelijke semantische discussies alvast te verbannen naar de plek waar ze horen (de bar, verjaardagsfeestjes etc.) houden we ons in dit kader braaf aan de stelregel: als iets bij RDW als coupé te boek staat en wij het via onze dataleverancier RDC zo gerapporteerd zien dan is het zo. Dus een CLS zien we niet terug maar Passats juist weer wel: 2286 keer. Avantime zien we ook, 164 stuks. Overigens, alle manco’s die nu eenmaal met parallelimport gepaard lijken te gaan, zien we ook. Zo staat er een Tesla Roadster uit 2010 in de database als coupé.
Een custom?
Een ander voorbeeld zien we bij Alfa. Vijf jaar geleden ging de geruchtenmachine los op een mogelijke tweedeurs incarnatie van diens prachtige achterwielaandrijver genaamd Giulia. Het bleef bij geruchten en Photoshop-versies, maar in Nederland staat dus gewoon wel één 2017 Giulia coupé op kenteken. Of het hier een verkeerd vinkje betreft of wellicht zelfs custom coachwork, is niet te achterhalen. Het maakt een analyse van de 107.785 als coupé gemerkte auto’s in onze lijst met actieve personenwagenkentekens wel lastiger.
Van het genoemde totaal zijn slechts 7500 kentekens géén benzineauto’s. Daar weer de helft van drinkt diesel. Wat we dan nog overhouden valt uiteen in vooral hybride en lpg-gebruikers, maar we hebben ook nog twee CNG-coupés (een 2005 Bentley en een 1981 Porsche) plus dertig volelektrische exemplaren (inclusief dus een Tesla Roadster).
Top vijf is Duits
Alfa Romeo kwam al even aan bod dankzij wat we maar een onregelmatigheid zullen noemen. Het merk, met de rijke coupé-historie, valt net buiten de top vijf. Die wordt namelijk door de Duitsers gedomineerd. BMW verslaat Porsche met zo’n tweeduizend registraties, Mercedes blijft een duizendtal achter Porsche op drie. Audi en VW maken de top vijf compleet. En achter Alfa? Renault en Ford zitten beide wat boven 3500 stuks, Toyota en Opel er vlak onder. Daarmee hebben we zeven van de tien coupés voorzien van een merk, de overige merken tezamen verdelen nog geen dertig procent.
Absoluut piekjaar voor coupés in ons wagenpark is 2009, en met afstand tot direct omliggende jaren. Scirocco zorgt dat jaar met Passat en Mégane voor de top drie.
Op modelniveau verandert het beeld echter. BMW en Porsche wisselen van plek om de simpele reden dat BMW de modelnummering omgooide. Een 3-serie coupé werd een 4-serie en daardoor staat de 911 met 1500 extra kentekens in ons overzicht. Tellen we drie en vier bij elkaar dan zou het duo nipt onder de tienduizend eenheden noteren, bijna 1500 stuks meer dan de 911 dus. Was de top tien der merken nog enigszins gevarieerd als het gaat om merkafkomst, dan is dat op modelniveau verder gemarginaliseerd. Het is allemaal Duits, met één Fransoos op plek zes. Italianen en Japanners schitteren door afwezigheid.
