Mijn ouders hadden vroeger in Amsterdam twee boekwinkels. Ze waren niet alleen lokale retailers; met name mijn vader was een verwoed lezer. Hij verslond vooral avontuurlijke boeken. De Duitse schrijver Carl Friedrich May(1842-1912), beter bekend als Karl May, was zijn favoriet. De meeste van de zeventig boeken die Karl May schreef, en waarvan er wereldwijd 250 miljoen zijn verkocht, spelen zich af in het wilde westen van Noord-Amerika en hadden Winnetou en Old Shatterhand als vaste hoofdrolspelers. Daarnaast schreef Karl May over het Midden-Oosten, met een hoofdrol voor Kara Ben Nemsi, de Arabische tegenhanger van Winnetou.
Wie de boeken van Karl May las, wist precies hoe het er in het wilde westen aan toe ging, of hoe de verhoudingen in het Midden-Oosten lagen. Niemand gaf betere ooggetuigenverslagen van die tijd, ware het niet dat Karl May Amerika en het Midden-Oosten pas aan het eind van zijn leven heeft bezocht, lang nadat hij de boeken over Winnetou, Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi had geschreven. Hij was wat je noemt een armchair writer. Zijn sterke punt was dat hij zich heel goed inlas in de historie van een regio en vervolgens zichzelf en zijn lezers een geromantiseerde voorstelling van zaken gaf. Zijn vermogen anderen te overtuigen hoe het er in die tijd in het buitenland aan toeging, combineerde hij met actuele denkbeelden in eigen land. Zijn fans zagen daardoor zijn fictie als non-fictie; zijn verhalen vormden een nieuwe waarheid. Omdat zijn lezers dat voorstellingsvermogen niet bezaten, of zich comfortabel voelden bij het beeld dat Karl May schetste, werd zijn aanpak een succes.
Zo is het ook met adviesbureaus en andere stakeholders van buiten je bedrijf. Zij schetsen een toekomstbeeld waar je je als ondernemer vaak wel in kan vinden en je zelf niet over na hoeft te denken. Als die ander het nu ook nog eens geloofwaardig vertelt, word je naar een stip op de horizon geleid die je zelf niet gekozen zou hebben. In onze branche zie je twee fenomenen die laten zien dat zelf nadenken wellicht toch handig is: het agentenmodel in dealerland en de EV-transitie. Beide fenomenen komen niet vanuit de sector, maar zijn van buitenaf, door adviseurs, wetenschappers en activisten aan de sector opgelegd. En hoe goed bedoeld ook, zij hebben de acceptatie door de markt verkeerd ingeschat. Het agentenmodel blijkt wankel en bijna alle autofabrikanten stoffen hun verbrandingsmotor weer af en zetten de EV-transitie in noodloop. Nu kun je een boek van Karl May gemakkelijk terzijde leggen, maar een eenmaal gekozen strategie, daar zit je vaak wat langer aan vast.