Vorig jaar zakte de tweewielermarkt, met name die van de elektrische fiets, behoorlijk in. En we zagen de teloorgang van de (online) fietsenverkopers. Vooral aanbieders van elektrische merkfietsen als Van Moof, Stella en die van Fietsenwinkel.nl kregen het voor de kiezen. Sommige werden gered, andere bogen het hoofd. Het waren stuk voor stuk partijen die met hun disruptieve, online gedomineerde eigen distributieconcept de tweewielerklant dachten te kunnen inpakken.
De start van al deze (merk)concepten was veelbelovend. Ze hadden de tijdgeest mee en timmerden met mooie marketingcampagnes aan de weg. Ze vergaten echter één ding: een voor de klant acceptabele aftersales. Toen de fiets na zijn eerste of tweede gebruiksjaar service nodig had, bleven veel merken in gebreke. Technische problemen met de bakfietsen van Babboe (Accell) en Carqon, en het agressieve rijgedrag van sommige fatbike-rijders, met alle ongevallen van dien, hielpen het imago van de fietsenwereld ook niet.
Consumenten hebben bovendien de afgelopen tien, vijftien jaar verleerd om zelf een band te plakken, of überhaupt een reparatie aan hun tweewieler uit te voeren. Met de komst van de elektrische fiets werd onderhoud synoniem voor uitbesteden. Dat geldt niet alleen voor de oudere fietser, maar ook voor de jongere scooterrijder. Die zocht jaren geleden ook al snel de fietsenmaker op voor reparaties en onderhoud aan zijn e-scooter. De lokaal actieve fietsenmaker groeide als kool. Hun succesfactor: een werkplaats bij de klant om de hoek, waar deze snel op weg wordt geholpen.
De Chinese automerken hebben dit voor hun elektrische modellen goed begrepen. Zij kiezen een dealernetwerk dat over voldoende aftersales-steunpunten beschikt, of gaan in zee met een universeel werkplaatsconcept dat een landelijk dekkend aftersalesnetwerk te bieden heeft. Hier en daar hapert de onderdelenvoorziening, maar over het algemeen zijn dealerholdings als Emil Frey, Hedin, Van Mossel (MG), Wensink en Bochane (BYD) of de garagenetwerken van AAGB, LKQ-Fource (Zeekr), Profile (Aiways) en KwikFit (Nio) in staat de gewenste serviceprestatie voor een nieuw merk te leveren: om de hoek van de klant, met een aanspreekpunt van vlees en bloed. Die local hero moet echter niet achterover gaan leunen. De neergang van Blokker bewijst dat een gevestigde naam nog geen garantie is om in de dynamische retailwereld te overleven. Daar is ondernemerschap voor nodig.