Motorolie heeft een aantal zeer belangrijke functies en de keuze voor een bepaald type motorolie wordt door de autofabrikant weloverwogen gemaakt. Motorolie moet worden beschouwd als een vitaal constructie onderdeel, vinden Hans van den End en Benno Schockman, senior productmanager bij MPM.

Met de komst van steeds meer geavanceerde technieken om brandstofbesparing te realiseren en anderzijds slijtage en, niet onbelangrijk, uitlaatgasemissies te reduceren, groeit het aantal strikte merk- en zelfs modelafhankelijke specificaties.

Oorsprong

Het begint al bij de oorsprong. Betreft het een Europese, Aziatische of Amerikaanse fabrikant? Wordt er verwezen naar bijvoorbeeld de API, ACEA, ILSAC of JASO-specificaties? Of vandaag de dag juist steeds vaker naar de autofabrikant-specifieke specificaties? En dan hebben we het nog niet eens over de viscositeit. Tegenwoordig zijn er bijna 25 verschillende soorten motorolie al dwingend voorgeschreven door de autofabrikant. Slechts vijftien jaar geleden haalden we nauwelijks vijf verschillende dwingend voorgeschreven soorten motorolie. De markt voor motoroliën specialiseert en versnippert. Vooral voor het universele garagebedrijf in het aftermarketkanaal een zeer wezenlijke ontwikkeling om zijn klanten de beste service en kwaliteit te kunnen blijven garanderen. Bijna iedere autofabrikant schrijft tegenwoordig eigen specificaties voor. Voor het universele garagebedrijf, dat uiteraard een grote diversiteit van merken en modellen auto’s in onderhoud heeft, een nieuwe uitdaging. Waar in het verleden gewerkt werd met één of twee soorten olie in bulk om alle auto’s in onderhoud te kunnen servicen, moet men tegenwoordig over meerdere soorten motorolie beschikken om te voldoen aan de fabrieksvoorschriften.

Garantieperiode

Dat aan deze voorschriften voldaan moet worden, wordt door eenieder wel onderkend. Daar de olie een vitaal constructie-onderdeel is, kan het gebruik van olie die niet voldoet aan de voorschriften dure schades tot gevolg hebben. En indien het voertuig nog in de garantieperiode zit op zijn minst een discussie opleveren over wie die schade gaat betalen. Het gebruik van andere dan de voorgeschreven oliën kan leiden tot onder andere extra brandstof en/of olieverbruik, emissietoename en meer vervuiling in de motor. De conclusie is dan ook dat het universele garagebedrijf steeds meer verschillende soorten motorolie nodig heeft. Het volume olie dat per jaar wordt gebruikt, wordt (bij gelijkblijvend aanbod in de werkplaats) dus verdeeld over meerdere soorten. De gemiddelde garage (2,5 sleutelende monteurs en een bedrijfsmodel waarbij alle merken en modellen worden geserviced) heeft op basis van het huidige Nederlandse wagenpark en het strikt naleven van de voorschriften van de autofabrikant nog circa één bulkstorting nodig in 18 maanden.

Omzetsnelheid

De afname van de omzetsnelheid van bulkolie leidt ertoe dat steeds minder vaak gekozen voor olie in bulk. In bulk is de voorraad te groot (is ‘dood’ kapitaal), de installatie- en onderhoudskosten zijn te hoog en de bulkinstallatie neemt ook nog eens veel ruimte in, kortom bulkolie kan vaak ‘niet uit’. Een ander risico van bulkolie is dat er in de werkplaats onbewust gebruik van de bulkolie wordt gemaakt, terwijl een ander type olie is voorgeschreven. Of bulkolie nog rendabel is, is van geval tot geval verschillend, maar iedere logische analyse (en de praktijk) geeft aan dat er bij de universele garage steeds minder bulkolie nodig zal zijn. Bulkolie of niet; van belang is altijd de juiste, voorgeschreven olie te gebruiken! Op de website van MPM Oil (www.mpmoil.nl) kunt u eenvoudig en snel zien op basis van het kenteken of het merk en model auto, welke olie en andere vloeistoffen worden voorgeschreven en dus geschikt zijn voor het voertuig dat u wilt servicen. Hans van den End en Benno Schockman, senior productmanager MPM.