In 2021 is er gemiddeld, over een heel jaar gemeten, 529 euro per personenauto uitgegeven aan onderhoud en reparatie. Bij een elektrische auto (EV) was het gemiddelde onderhoudsbedrag per auto aanzienlijk lager: 340 euro per jaar.
Dat blijkt uit de vernieuwde Aftersales Monitor 2021 van Bovag en RAI Vereniging, uitgevoerd door Multiscope. Die is over 2021 geheel anders van opzet, reden waarom Bovag en RAI Vereniging geen vergelijking maken met de vorige monitor.
Omzet
De aftersalesomzet in de automotive branche bedroeg in 2021 3,67 miljard euro. Verdeeld over bijna 12 miljoen onderhoudsmomenten, van bandenwissel tot grote beurt, leverde dat een gemiddeld bedrag per onderhoudsmoment (reparatie, onderhoud etc) van 313 euro op. Bij EV’s was dat 193 euro.
Het belang van de apk voor de aftersalesomzet kan niet worden overschat. Een apk plus beurt is voor 28 procent van de respondenten reden voor een garagebezoek. 19 procent komt voor een onderhoudsbeurt en 17 procent voor een tussentijdse reparatie.
Een auto kwam in 2021 gemiddeld 1,69 keer in de werkplaats; een EV net iets vaker: 1,76 keer. Bovag denkt dat dat waarschijnlijk te maken heeft met de relatief jonge leeftijd van EV’s, veelal zakelijk gereden worden en dus vaker dan gemiddeld naar de garage gaan voor een zomer-winterbandenwissel. Bij auto’s tot 4 jaar oud is de bandenwissel in 10 procent van de gevallen de reden voor garagebezoek. Vanaf 4 jaar halveert dat grofweg.
Werkplaats
Merkdealers namen in 2021 35 procent van de onderhoudsmomenten voor hun rekening, onafhankelijke Bovag-bedrijven 26 procent, niet-Bovag-autobedrijven 11 procent en fastfitters 6 procent. De rest van de reparaties en onderhoudswerkzaamheden vonden plaats door onder andere schadeherstelbedrijven, ruitherstellers en doe-het-zelvers.