Rapporten zijn er genoeg die de markt voor elektrische voertuigen en de impact ervan op de branche voorspellen. Daarin wordt vaak gesteld dat de elektrische auto de aftersales om zeep helpt. Opvallend is dat dat al een heel oud geluid is.
Nog in het EV-rapport van Bovag uit 2018 staan enkele scenario’s die niet zo’n rooskleurig beeld schetsen van het potentiële omzetvolume in de werkplaats als gevolg van de opkomst van elektrisch rijden. Nu willen overheden graag dat we – zeker in de stedelijke regio’s – diesel- en benzineauto’s gaan inruilen voor elektrische auto’s. Die omslag verloopt zakelijk redelijk goed, maar de particuliere consument is veel minder bereid te investeren in elektrische mobiliteit dan onze regering graag zou zien. Ook al zijn er eind vorig jaar de nodige Tesla’s en kleinere elektrische broertjes en zusjes aan het wagenpark toegevoegd, het aandeel EV’s is nog relatief klein.
Een belangrijke reden is de betaalbaarheid van een elektrische auto voor de ‘gewone’ consument. Zakelijk gereden biedt de elektrische auto veel voordelen, niet in de laatste plaats de lage bijtelling, maar daar hebben Jan en Truus Modaal niet zoveel aan. Willen zij elektrisch gaan rijden, dan moeten ze minimaal 30.000 euro op tafel leggen. Dat moet worden geleend. Nu financieringsmaatschappijen en banken de consument moeten beschermen tegen te hoge financiële verplichtingen, komen autofinancieringen extra onder druk te staan.
Een andere drempel is de laadpaleninfrastructuur, die rechtstreeks gekoppeld is aan de vaak nog beperkte actieradius van een EV. Het recente EV-rapport van Shell-dochter NewMotion bevestigt de onzekerheid daaromtrent bij de consument.
Transitie
Onder degenen die zich druk maken over de negatieve effecten van het mogelijk groeiende aandeel elektrische auto’s op hun omzet en de werkgelegenheid bevinden zich ook spelers uit de automobielindustrie zelf, vooral toeleveranciers. Dealernetwerken zoals Renault die al vroeg aanhaakten bij de vraag naar EV’s, merken dat de werkplaatsomzet daalt. Grote fleetowners, waarvan een deel van het wagenpark al elektrisch is, zien de onderhoudskosten geminimaliseerd. Omdat er toch nog wat garantiewerk is, met name aan de batterijen, daalt de (dealer)werkplaatsomzet nog niet zo heel hard, maar de rode draad is: minder onderdelen.
Optimisme
Nu zijn er optimisten die stellen dat het met die invloed op de aftersales wel meevalt. Uit een analyse van WESP blijkt, mede door de verhoogde slijtage van banden bij een EV door de grotere tractie, de onderhoudsomzet minder drastisch te dalen dan soms wordt voorgesteld. Ook zijn er nog veel branchegenoten die ervan uitgaan dat we de komende tien jaar geen last zullen hebben van de EV in de werkplaats. Het huidige aandeel van diesels en benzineauto’s in het wagenpark zou voldoende groot zijn om het autobedrijf aan werkplaatsomzet te helpen.
Dat lijkt me te kort door de bocht. Zij ontkennen de elektrische groeipijn. Het is waar dat de aanwas elektrische auto’s in het wagenpark niet zo snel gaat en dat het huidige EV-volume vooral zakelijk gestuurd is. Toch is afwachten niet verstandig. Het grote aantal Tesla’s in het Nederlandse wagenpark en de minimale servicemogelijkheden bij Tesla zelf, leiden ertoe dat berijders van een Tesla de wens uiten dat er na een x aantal kilometers toch eens naar hun auto wordt gekeken. Een concept, niet door Tesla geïnitieerd, maar door de lessors, lijkt in de maak en kan een aanvullend verdienmodel zijn voor reguliere werkplaatsformules. Enkele ketens en werkplaatsconcepten in het universele kanaal zijn al druk met EV-initiatieven. EDGe Mobility, dochter van Innovam organiseert in de periode 11-17 mei een EV-event rondom Tesla.
Angstscenario
In 1998 schreef autohistoricus Gijs Mom van de Technische Universiteit Eindhoven een boek over de toekomst van elektrische mobiliteit. Zijn conclusies zijn in het licht van vandaag wel aardig: “Elektrische mobiliteit is geen wens van de consument. Een EV geeft minder beleving dan een benzine- of dieselauto. Een elektrische auto is en zal ook te duur zijn. Het massaal gebruik van een EV is dan ook geen haalbare zaak”, stelde Mom.
In de zijlijn vermeldde hij nog dat vooral dealerbedrijven blij zouden zijn met een teloorgang van de elektrische auto. “De verbrandingsmotor geeft onderhoudszekerheid, de EV niet.” Het is een angstscenario van 22 jaar geleden, dat alsnog werkelijkheid zou kunnen worden.