Een mooi project arriveert voor de roldeur van het autobedrijf: een Audi RS6 van de eerste generatie. De youngtimer is net door de eigenaar aangekocht met als doel deze naar topconditie terug te brengen. Wat begon als preventief onderhoud wordt al snel een zoektocht naar dieperliggende problemen. Een technische Wie is de Mol.
Tijdens het onderhoud en het proefdraaien van de motor ziet de garagist dat de motor begint te roken na enige tijd stationair lopen. Bij verdere inspectie ziet hij olie in de uitlaat achter de turbo waardoor hij vermoedt dat de turbo’s niet goed zijn. Vreemd. Dit probleem deed zich niet voor toen de auto binnenkwam.
De afdichtingen van een turbo werken net als zuigerveren met druk en tegendruk. Als er geen problemen waren kan het misschien zijn dat er iets in de motor veranderd is. Zodoende kan de turbo gaan lekken, bijvoorbeeld door een verstopte olieretour waardoor de oliedruk te hoog oploopt. Het kan ook ontstaan wanneer er zonder uitlaat wordt gereden waardoor er geen tegendruk is.
Vraagbaak gebeld
De technicus schakelt een vraagbaak in om mee te kunnen sparren: Turbo’s Hoet. De turbospecialist vraagt dus wat hij allemaal heeft uitgevoerd of aangepast aan de auto. Bovendien krijgt de technicus het verzoek een aantal standaard controles uit te voeren om te onderzoeken wat een externe oorzaak kan zijn voor de lekkage. Is de olieafvoer niet beschadigd en heeft deze een vrije doorloop terug naar het carter? Is er wat veranderd aan de carterventilatie waardoor deze verstopt kan zitten met een te hoge carterdruk tot gevolg? Is de uitlaat wel gemonteerd tijdens de test? Deze zorgt immers ook voor voldoende tegendruk om de olie in de turbo te houden.
Aan deze delen is echter niet gewerkt en ook na controle ziet de garagist geen afwijkingen. Hij twijfelt aan de turbo’s en wil deze voor de zekerheid door Turbo’s Hoet laten controleren zodat zij hopelijk kunnen zien wat de mogelijke oorzaak is.
Geen lekkage
Bij binnenkomst constateert de turbospecialist inderdaad alleen olie aan de uitlaatzijde van de turbo. Dus niet aan de kant waar de turbo op het spruitstuk gemonteerd zit. Dit wijst op olielekkage uit de turbo. Tijdens de test van de turbo op de testbank krijgt deze wel oliedruk maar geen tegendruk. Als er een probleem in de turbo zit zou hij hier direct gaan lekken. Ze testen enkele minuten zonder lekkage te constateren.
Olie in de uitlaat achter de turbo wekt het vermoeden dat de turbo’s niet goed zijn.
Het is een lastig probleem als de turbospecialisten de oorzaak van de lekkage niet in de turbo kunnen terugvinden en de garagist ook geen afwijkingen heeft kunnen constateren. Bij Turbo’s Hoet maken ze alles weer schoon en testen nogmaals om alles weer voor de volle honderd procent klaar voor montage te hebben. “Het vermoeden van een externe oorzaak is nu wel heel groot aangezien het probleem er voor binnenkomst in de garage nog niet was en wij ook geen oorzaak in de turbo’s hebben kunnen vinden”, aldus de turbospecialist.
Stofzuiger
Voor montage van de turbo maakt de garagist ook de uitlaat weer olievrij. Op de uitlaat zit echter de slang van de afzuiginstallatie voor de uitlaatgassen. De sportuitlaten zijn zo groot dat de afvoerslangen hier klem omheen zitten. In een normale situatie is er altijd nog vrije ruimte tussen de uitlaat en de slang. De garagist krijgt, nu hij dit ziet, een onderbuikgevoel en zet de afzuiginstallatie aan. De uitlaat lijkt wel een stofzuiger. Hij belt toch nog even met de turbospecialist. De eerdere uitleg van druk en tegendruk doet hem vermoeden dat dit de oorzaak kan zijn. Na overleg gaat hij de turbo’s weer monteren en laat hij alles testdraaien op de parkeerplaats zonder afzuigsysteem aan de uitlaat. Zelfs na een halfuur stationair draaien blijft nu alles droog.
De lekkage was dus ontstaan doordat er zo hard gezogen werd dat er een vacuüm ontstond achter de turbo waardoor de druk-tegendruk niet meer in balans was en de olie letterlijk uit de turbo werd gezogen.
De turbo is hier inderdaad logischerwijs in eerste instantie verdacht maar uiteindelijk blijkt de realiteit anders. In het programma ‘Wie is de Mol’ zoeken kandidaten een saboteur en ondervinden daarbij nog weleens zogeheten ‘tunnelvisie’. Alles wat de verdachte doet is ineens verdacht en andere signalen blijven daardoor buiten beeld. “Van het uitlaatgas-afzuigsysteem zou je in eerste instantie nooit problemen verwachten maar juist door de grote sportuitlaten zat deze er niet, zoals het hoort, ruim omheen. Doordat er geen buitenlucht werd meegezogen en het afzuigsysteem dus vol aan de uitlaat zoog kwam de turbo ten onrechte als verdachte naar voren terwijl het eigenlijk eerder een slachtoffer was”, concludeert de specialist bij Turbo’s Hoet.