Ooit, toen de wereld nog zwartwit was, hadden we de bewust onafhankelijken aan de ene kant en de keiharde franchisewereld van het merkkanaal aan de andere kant. Inmiddels is er een waaier aan mogelijkheden die alle tussenliggende grijstinten beslaat. Of niet?
Waar houdt onafhankelijkheid op en waar begint dan het tegenovergestelde, afhankelijkheid? Eigenlijk gaat de tegenstelling niet tussen onafhankelijk en afhankelijk maar is het meer een kwestie van ongebonden of gebonden. En of die binding voelt als de ring om de ringvinger of als een enkelband. Vaak zijn dat soort sentimenten niet direct gebaseerd op ervaring, maar op vooroordelen. Op verwachtingen over hoe het zal zijn in plaats van hoe het is.
Veel gehoorde termen zijn eigen identiteit en ondernemerschap. Is de betere ondernemer die met een vrije frietzaak of toch de franchisenemer van McDonalds? Dat is zeker niet per definitie zo maar hangt toch echt af van de betreffende ondernemer. Het verschil zit hem dus in het belang dat iemand hecht aan de eigen identiteit. Die behoefte wordt door de formulebedenkers beantwoord met concepten die minder harde eisen stellen aan de profilering met de formule door de deelnemers.
Voor veel deelnemers van dergelijke concepten geldt dat zij door de keuze verwachten het beste van twee werelden aan te treffen: de local hero met de steun van het (inter-)nationale concept in de rug. Schaalgrootte en toch onafhankelijk. Hoe verschillend de verwachting in de realiteit uitpakt blijkt wel uit de cijfers die formuledeelnemers geven aan het concept en de organisatie ervan. Dit ROSA-onderzoek toont steeds weer aan dat verwachting en realiteit weleens willen wijken.
Ligt dat dan aan de conceptgever of aan de afnemer? Of misschien een beetje aan beide kanten? Kenmerk van de diehard onafhankelijken is immers dat ze zelfstandig ondernemerschap hoog in het vaandel hebben en de formule moet dat ondersteunen. Dat klinkt ook als eenrichtingsverkeer en minder als samen optrekken. Een veelgehoorde klacht binnen het verenigingsleven, wel profiteren maar niet meedoen.
In de genoemde bandbreedte van ongebondenheid naar gebondenheid zien we hier nog geen grootschalige clustering van fullservice onafhankelijke autobedrijven onder één eigenaar. Zoals een dealerholding tientallen eigen vestigingen verspreid over het land heeft. Is dat de volgende stap?